Op 26 april was hij aangekomen in de vrijheid van OIRSCHOT en werd aldaar door de stadhouder op een volle jaarmarkt gevangen genomen, werd op borgtocht voor korte tijd vrijgelaten, onder de belofte wederom te zullen terugkomen. Hij is van mening dat dit voorstel niet strookt met de artikelen van het vredstractaat van 1648 en verzoekt de Raad van State de stadhouder te veroordelen hem kosteloos en schadeloos te ontslaan, met het verbod deze actie nog ooit te herhalen.