en staat van roerende goederen en onroerende goederen behoorende tot de huwelijks gemeenschap van wijlen Cornelis van Haaren en van Maria van Esch te Haaren, vruchtgebruikster
Ten verzoeke van Hendrikus van Liempt, metselaar, te Boxtel, van de door hem in vruchtgebruik bezeten wordende zaken opgemaakt in tegenwoordigheid van 1. Everardus, en 2. Arnoldus Johannes van Liempt, eveneens metselaars, te Boxtel.
ten verzoeke van Adrianus Daverveld te Zeeland voor zich en als voogd over de minderjarigen 1. Theodora en 2. Johanna Maria Daverveld , van de goederen behorende tot de gemeenschap bestaan hebbende tussen de verzoeker en wijlen zijn echtgenote Cornelia van den Elzen.
ten verzoeke van Johannes Opsteeg te Escharen als voogd over de minderjarigen Egbertus en Wilberdina Opsteeg van de goederen van die minderjarigen.