Notaris-, schepen- en andere akten

61 Jacop zoon van Michiel Hermans verwekt door deze Michiel bij wijlen Lijsken dochter van Herman Jacob Scheurmans, verder Jacob Joosten Slegers als man van Maria dochter van genoemde Michiel en Lijsken, daarin voor henzelf handelend en nog vanwege hun zuster Henricksken, daarin voor een helft, welke 3 kinderen van Michiel Hermans met Jan de oude en Jan de jonge als zoons van wijlen Jan Jan Jacobs van de Sande verwekt bij deze Jan van de Sande verwekt bij diens vrouw wijlen genoemde Lijsken in haar eerste huwelijk, samen daarin voor de andere helft handelen, hebben een deling gemaakt van hun bezit. Genoemde 3 kinderen van Michiel Hermans verwkt bij Lijsken krijgen 3 gebouwde schuren met de schop. Verder een stuk akkerland, genoemd den Dijstelhoff met het tuintje groot ca. 4 lopenzaad, gelegen te Boxtel onder Cleijnder Lijempde, belendend de kinderen van Jan Jan Jacops van de Sande als delers, Henrick Jan Santegoets. Nog krijgen ze een stuk akkerland genoemd de Oppelteren, groot ca. een zesterzaad, ter zelfder plaate gelegen, belendend Henrick Jan Santegoets, de kinderen van Jan Jan Jacops van de Sande. Nog krijgen ze een akker genoemd de Braeck, ter zelfder plaatse gelegen, belendend Henrick Jan Santegoets, de weduwe van Henrick Peters van Eijndoven, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgen ze een perceel deels akker en deels groesland genoemd de Evertsstoppelen, ter zelfder plaatse als voor gelegen, belendend Henrick Jan Santegoets, de kinderen van Jan Jan Jacobs (van de Sande), de weduwe van Jan Santegoets, Laureijs Janssen. Nog krijgen ze een stuk akkerland genoemd het Nieuw Land, ter zelfder plaatse gelegen, belendend de genoemde kinderen van Jan Jan Jacobs, N. van den Broeck cum suis, Henrick Jan Santegoets, het Mosven daar. Nog krijgen ze een stuk heide genoemd het Heijken voor Hulser, belendend de weduwe van Jan Santegoets, Henrick Jan Santegoets, de weduwe van Henrick Peters van Eijndoven. Nog krijgen ze een stuk weiland genoemd het Hulser,

60a [VERVOLG AKTE] Nog krijgt ze een stuk hooiland genoemd de Prangen ter zelfder plaatse gelegen, in de herdgang van Vrillickhoven, belendend de weduwe van Goijaert Goijaerts van de Bichelaer, Dierck Nelis cum suis, de erfgenamen van Henrick Corstens, de Brueckelsche straat. Nog krijgt ze een stuk hooiland genoemd het Cleijn Steghveltje, ter zelfder plaatse als voor gelegen, belendend de heer baron van Boxtel, de weduwe van Jan Santegoets, Henrick Jan Santegoets waarvan is afgedeeld, de kinderen van Antonis Dierck Stevens en meer anderen, Nog krijgt ze een stuk weiland genoemd het Bruiningh, ter zelfder plaatse als voor gelegen, belendend Arike dochter van Henrick Hulssen, Adriaen Bartholomeussen, de gemeijnte daar, Nog krijgt ze een ploegrecht op de gemeijnte van Kempen., Uit dit erfdeel de helft van 20 lopen rogge te betalen en de helft van 3 malder gerst per jaar aan het kapittel hier, verder 4 gulden 5 stuivers en 10 denier als grondchijns aan de heer van Boxtel. Genoemde delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en beloven de deling na te komen. Als naderhand iemands bezit minder waard wordt of dat er meer lasten op blijken te drukken, zullen ze die samen betalen. Verder zal ieder de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat het andere erfdele daarvoor is gevrijwaard. Verder zal men elkaar waar nodig overpad verlenen. Datum 31 mei 1663, getuigen van Lill en Erven als schepenen.

60 Henrick Jan Santegoets hierin voor een helft, verder de 3 kinderen van Michiel Hermans verwekt bij Lijsken dochter van Herman Jacobs daarbij voor een vierde part, verder deze kinderen van Michiel Hermans en de 2 kinderen van Jan Jan Jacobs van de Sande verwekt bij genoemde Lijsken in haar eerste huwelijk, verder met Jacop Slegers als man van Maria dochter van Michiel Hermans, voor henzelf handelend en voor hun zuster Henricksken, samen ook voor een vierde deel, verklaren met elkaar een deling te hebben gemaakt van de percelen land die ze hebben gekocht van de Cartuijzers. Daarbij krijgt Henrick Jan Santegoets een stuk land deels akker en deels weiland met de halve schuur zoals is afgepaald, nog een schaapskooi met de paardenstal, samen groot ca. 8 lopenzaad, gelegen te Boxtel onder Cleijnder Lijemde, belendend de 5 kinderen van Lijsken weduwe van Michiel Hermans, Engelken weduwe van Jan Henrick Santegoets, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een stuk akkerland genoemd de Braeck ter zelfder plaatse als voor gelegen, belendend de 5 kinderen van hiervoor waarvan is afgedeeld, de weduwe van Henrick Peters cum suis, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een stuk land genoemd de Opelteren, ter zelfder plaatse als voor gelegen, belendend de 5 kinderen waarvan is afgedeeld, de erfgenamen van Laureijs Pennincks, de rivier de Dommel. nog een stuk akkerland genoemd de Everts Stoppelen, ter zelfder plaatse gelegen, belendend de genoemde 5 kinderen, Neesken weduwe van Jan Andriessen, het Mosven daar. Nog een stuk akkerland genoemd de Hoogenacker ter zelfder plaatse gelegen, belendend Huijbert Hendricks en meer anderen, de weduwe van Jan Santegoets, Adam Aerts cum suis, genoemde 5 kinderen. Nog krijgt hij een stuk weide en heide, genoemd het Hulser gelegen te Boxtel en ook in de heerlijkheid Liempde, belendend de genoemde 5 kinderen waarvan is afgedeeld, de weduwe van Jan Santegoets, de weduwe van Dries Driessen, de rivier de Dommel.

41 Jan Janssen van de Sande de jonge en Elisabeth Marten Aerts van Duppen, hebben een deling gemaakt van het bezit dat Jan heeft gekocht gehad van Goijaert zijnde de broer van genoemde Elisabeth van Duppen. Genoemde Jan krijgt een stuk teulland genoemd de Grootacker gelegen te Boxtel onder Luijcel, belendend genoemde Elisabeth waarvan is afgedeeld, Dielis Dielissen, de Papehoeve daar, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een perceel teulland groot ca. een lopenzaad, zoals is afgepaald, ter zelfder plaatse gelegen, belendend genoemde Elisabeth waarvan is afgedeeld, de kinderen en erfgenamen van Jan Martens, Elen Michiel Huijberts. Hieruit de helft van 5 lopen rogge per jaar te betalen in Oirschot in een grotere pacht. (in marge : het laatste perceel zal 3 voet breder zijn). Genoemde Elisabeth krijgt een stuk akkerland genoemd de Grooten acker, groot ca. 2 lopenzaad, gelegen te Boxtel onder Luijcel, belendend genoemde Jan waarvan is afgedeeld, Jan Wouters, de Papenhoeve daar, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt ze een stuk teulland groot een lopenzaad, ter zelfder plaatse gelegen, belendend genoemde Jan waarvan is afgedeeld, de Papenhoeve daar, Elen Michiel Huijberts. Hieruit jaarlijks de helft van 5 lopen roogge in Oirschot te betalen uit een grotere pacht, verder een stuiver 2 penningen als chijns aan de heer van Boxtel. Genoemde delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars bezit en beloven deze deling gestand te doen. Als iemands bezit minder waard wordt of als er meer lasten op blijken te drukken zullen ze dat samen betalen, ieder de helft. Verder zal elk de lasten op het eigen erfdeel zo betalen dat het andere erfdeel daarvoor is gevrijwaard. Verder zal men samen het hek onderhouden op het scheiden van hun perceel en elk mag daar gebruik van maken. Datum 27 oktober 1662, getuigen Erven en van Lill.