Notaris-, schepen- en andere akten

28a [VERVOLG AKTE] belendend de kinderen van Lambert Jan Reijnders, Heijltien weduwe van Goijaert Goijaerts van de Bichelaer, jonker Turck, het gasthuis van Gemonde. Nog krijgen ze het derde part van het houtveld genoemd de Coppenbunder, ter zelfder plaatse als voor, belendend de kinderen van Henrick Jans van Eijndoven, de kinderen van Peter Aerts, Peter Roeffen, Michiel Dirck Gerits, Henrick Jan Santegoets. Nog krijgen ze het achtste deel van de Grooten Heerenbunder ter zelfder plaatse als voor. Nog een stuk heide gelegen te Boxtel onder Roont ter plaatse genoemd in de Cuijstershoefve, belendend de kinderen van Peter Aerts, jonker Francis Baijhaerts, de tafel van de H. Geest te Boxtel, Goijaert Joosten van Akeren cum suis. Hieruit jaarlijkse een pacht van 3 lopen rogge aan het kapittel alhier te betalen, verder de grondchijns. Genoemde delers doen over en weer afstand van aanspraken op elkaars erfdeel en beloven de deling na te komen. Als iemand bezit minder waard wordt of er meer lasten op blijken te drukken, zullen ze dat samen betalen, elk voor een derde deel. Ieder zal verder de lasten op het eigen erfdeel ook zo betalen dat de andere erfdelen daarvoor zijn gevrijwaard. Samen zullen ze alle lasten afhandelen tot aan het jaar 1660. Verder moet men elkaar en anderen overpad verlenen met de minste overlaste etc. Datum 15 januari 1662, getuigen Erven, van Lil en Arien Gerits.

28 Wouter en Gerit, broers en zoons wijlen Mathijs Huijbert Mattijssen door deze Mattijs verwekt bij diens vrouw Margriet dochter van Gerit Hendricks van Eijndoven, verder Goijaert Goijaerts van de Bichelaer en Corstiaen Janssen van den Sande als voogden over de 2 minderjarige kinderen van genoemde Goijaert van de Bichelaer verwekt bij wijlen Catelijn dochter van genoemde Mattijs Huijbert Matijssen en Margriet, hebben een deling gemaakt van het bezit dat ze van hun ouders hebben geerfd. Genoemde Wouter zoon wijlen Mattijs Huijbert Matijssen krijgt een huis, tuin, hofstad etc. groot ca. 3 lopenzaad gelegen te Boxtel onder Onrode, belendend Neeltijen weduwe van Jan Jaspers, de gemeenschappelijke straat, juffrouw Maria Lemmens en meer anderen. Nog krijgt hij een stuk akkerland genoemd de Liribout, groot ca. een zesterzaad, belendend juffrouw Maria Lemmens, de weduwe van Willem Michiels Verbeeck, de weduwe van Laureijs Janssen, de heer baron van Boxtel. Nog krijgt hij een stuk akkerland genoemd den Nieuwen Acker, ter zelfder plaatse als voor gelegen, belendend Jan Lamberts, Jenneken dochter van Arien Corstens, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een stuk akkerland genoemd den Beucom, ter zelfder plaatse gelegen, belendend juffrouw Maria Lemmens, Evert Roelofs, de weduwe van Laureijs Janssen, het klooster van de Uijlenberg in Den Bosch. Nog krijgt hij een stuk akkerland gelegen te Boxtel onder Tongeren, belendend de erfgenamen van Ansum van Tuijl, de weduwe van Willem Huijberts, Jan Aerts int Brunschot, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij het derde part van een stuk akkerland gelegen onder Liempde, belendend de kinderen van Lijsken Lamberts, Heijlken weduwe van Goijaert Goijaerts van den Bichelaer, het gasthuis van Gemonde, jonker N. Turck. Nog krijgt hij een halve dagmaat land gelegen in de zelfde heerlijkheid (Liempde) in de Rouwen...(?). Nog krijgt hij een stuk hooiland gelegen te Liempde ter plaatse genoemd Casteren, belendend Peter Henrick Gerits,

27 Ariaen Martens als man van Tonisken, Michiel Diercks van de Sande als man van Maeijken, beiden dochters van wijlen Peter Gerits verwekt bij diens vrouw Merijken Janssen, verder Jenneken ook dochter van wijlen Peter Gerits en Marijke, hebben verklaard een deling te hebben gemnaakt van het bezit dat ze van hun ouders hebben geerfd. Genoemde Adriaen Martens krijgt een schuur met de grond ervan, gelegen te Boxtel onder Cleijnder Lijemde bij het huis van Michiel Diercks. Nog krijgt hij een bakhuis, de paardenstal en de turfschop, welke turfschop moet worden afgebroken tussen nu en a.s. Pinksteren, maar hij mag het bakhuis laten staan. Maar als hij het bakhuis afbreelt zal de grond ervan toevallen aan Michiel Dircks of diens nakomelingen. Nog krijgt hij een stuk akkerland genoemd den Voorsten Hoefacker, groot ca. 3 lopenzaad kleine maat van Boxtel, ter zelfder plaatse als voor gelegen, belendend Michiel Diercks, Aleijt Dircks, het perceel van hierna, de gemeenschappelijke straat. Nog krijgt hij een stuk akkerland genoemd de Achterste Hoefacker, aldaar in de buurt gelegen, belendend Tonis Dircks, Michiel Diercks, Handrick Colen, Adriaen Janssen van Gestel en meer anderen. Nog krijgt hij een stuk weiland groot ca. 4 lopenzaad, ter zelfder plaatse gelegen, belendend Jenneken Peters en meer anderen, Matteeus van Berendonck cum suis, Nog krijgt hij een stuk hooiland genoemd het Hulster, groot ca. een dagmaat, ter zelfder plaatse als voor, belendend Hendrick Jan Santegoets cum suis en meer anderen, Huijbert Hendricks, de rivier de Dommel. Nog een stuk akkerland genoemd op den Goeijencoop groot ca. 5 lopenzaad, ter zelfder plaatse gelegen, belendend Jenneken Peters waarvan is afgedeeld, Matheeus Michiels, het erf van Michiel Dircks ervan afgedeeld zijnde. Nog krijgt hij een stuk akkerland genoemd de Vossenacker, groot ca. 2 lopenzaad gelegen ter zelfder plaatse, belendend de heer van Boxtel, de kinderen van Jan van Houdt, genoemde Jenneken, de delers zelf.

3 Joost Maurus Slegers als man van Catherina dochter wijlen Jan Jacobs van de Sande en diens vrouw Dingen Aerts van de Loo, verder Jan de oude en Jan de jonge, beiden zoons van wijlen Jan Jacobs van de Sande verwekt bij genoemde Dingen, daarin voor een vierde part ook handelend voor Engeltien dochter wijlen Jan van de Sande daarin voor de helft van haar vierde deel, verder Henrick en Peter, broers en zoons wijlen Erken ook dochter van wijlen Jans van de Sande en genoemde Digna, die Erken had verwekt bij Jan Henrick Michiels, verder Geraert Jan Avinjons als man van Jenneken ook dochter van wijlen Erken en Jan, waarbij Henrick, Peter en Geraert samen een vierde deel hebben, verder namens Engeltien dochter van wijlen genoemde Jan en Digna daarin voor de andere helft van een vierde deel, hebben verklaard met elkaar een deling te hebben gemaakt van het bezit van wijlen Jacob van de Sande zonder daarin het vruchtgebruik te hebben gehad omdat genoemde Digna zijnde diens moeder daarvan het vruchtgebruik had met Peter Henricks van Eijndoven haar huidige man die afstand van het vruchtgebruik heeft gedaan. Genoemde Joost krijgt een stuk akkerland genoemd de Derpenacker groot ca. 4 lopenzaad, gelegen te Boxtel onder Tongeren aan de Twee Stappen, verder belendend de kinderen van Jan Henrick Michiels dat ervan is afgedeeld, de Voortstraat, Peter Gerit Sanders. Nog krijgt hij een stuk land gelegen onder Luijcel, belendend de erfgenamen van Roggus Lemmens, Jan Rossums, Jan Goijaerts Crue... (?), de Paepenhove daar. Nog krijgt hij een rente van 2 gulden 10 stuivers in een grotere rente te vorderen van de kinderen van Goijaert Goijaerts van de Biegelaer. Uit dit erfdeel 3 stuivers 3 oort chijns aan de heer van Boxtel te betalen. Genoemde Jan de oude en Jan de jonge als zoons krijgen een *stede* bestaande uit een huis, hofstad, tuin, schophuis, boomgaard en aanliggend land, groot ca. 12 lopenzaad gelegen te Boxtel onder Luijcel ter plaatse genoemd het Loo,