Notaris-, schepen- en andere akten

119 Geertien Pouwelse de weduwe van Pouwel Marcus heeft haar ter goedertijt naar de Cuijckse landrechten in haar gewonnen goed doen inleijden en ruiminge gezonden naar vermogen deses borgers aangerichten brief daar deze tegenwoordige transficx doorgestoken en getransficxeert was en daar naar met gewijs van schepenen gewonnen goed in tegenwoordigheid ons schepenen met hare aangevangene gegraven gehouwen en voorts alles gedaan tgeen zij naar landrechten behoorde en schuldich was te doen.

118 Geertien Pouwelse de weduwe van Pouwel Marcus heeft een gerechtelijke commerslach tot vermael overrecht met genechte en dienvolgende gepand aan zeker Busken en voorts aan alle gerede en ongerede goederen van Louwerens van Berchem zaliger en dat om daar aan te verhalen 75 gulden ter goeder reeckeninge en voor de gerechtelijke kosten daarvan, is daar van cond en weten gedaan aan Peter van Berchem en dezelve een lose gegeven omme de voorschreven goederen te beschudden.

117 Sijken Otto heeft een gerechtelijke commerslach gedaan tot vier male (finale?) overdracht met genechte en dienvolgend gepand aan een zeker Buske en voorts aan alle gerede en ongerede goederen van Louwerens van Berchem zaliger en dat om daar te verhalen 175 gulden ter gelder rekeninge en gerechtelijke kosten gedaan en nog te doen en daarvan conde en weten gedaan aan Peter van Berchem als erfgenaam van Louwrens van Berchem en dezelve een lose gegeven omme de voorschreven goederen te beschudden.

112 Mariken Maes weduwe van Jan van Staelen heeft haar doen richten en panden aan de nagelaten goederen van Cornelis Jans zaliger en Peterken zijn vrouw, alsmede aan een camp hooiland toebehorend aan Leenart Peeters en Hermken zijn vrouw, ook onder deze gerichte. Alles volgens vestbrief daar van zijnde 19-12-1634 gepasseerd en dat voor 500 gulden Cuijks geld en vijf jaren intrest gerekend tot 1641 belovende tesamen 602 gulden 10 stuiver en de gerichte kosten daarvan, heeft de panden gesleten en daarvan cond gedaan aan de nagelaten vrouw van Cornelis genaamd Jenneken Goossens en aan Leenart Peeters als eigenaars van voornoemde goederen, alsmede aan de gebruiker der onderpanden en die zelve lose gegeven om die te beschudden binnen de tijd van 14 dagen als recht daar op verzoeke gedaan is geweest en voorschreven Mariken Maes is niemand ontmoet, waarop zij haar heeft laten leveren gras en loof daarna de voorschreven Jenneken Goossens en Leenert Peeters gerichtelijk interdictie gedaan van de aanvang der voornoemde goederen en alzo voorts geprocedeert met elken punctten besonder als dort landrecht vermackende is door manen van scholtus en schepenen in een vonnis wie de voorschreven goederen were wesen soude daar op t vonnis gewesen heeft dat die heer van de Landen de voorschreven Mariken Maes voorschreven goederen zullen wezen ende den were wesen sal, gelijk dezelve en te weren behoudelijk van alle aangerichte brieven en opgewonnen goederen den were schuldich is te wezen en te weeren behoudelijcx altijts den heer en eenen iegelijk zijn goeden rechten zonder arch of list. Zie ook blz 128 en 129.