Notaris-, schepen- en andere akten

318 Dierck Janssen als rentmeester voor de heer van Boxtel, heeft een huis, tuin, hofstad etc. laten uitwinnen gelegen te Boxtel binnen de bruggen, ter plaatse genoemd aan de Strijpt, belendend de kerkfabriek van Boxtel, Andries Willems, de gemeenschappelijke straat, de heer van Boxtel. Dat huis was eerder eigendom van Lijsbeth Conen voor 2 en een halve penning chijns die 10 jaar onbetaald was gebleven en 22 braspenningen eens aan de vrouwe van Boxtel vanwege de vlastiende. Datum 14 januari. (1472)

279 Jan Michiels van Halle en Jan Embrechts van de Berselaer als H. Geestmeesters te Boxtel, hebben zich beklaagd over een pacht van een mud rogge, die 4 jaar onbetaald is gebleven, te betalen uit een huis, tuin etc. alhier binnen de bruggen dat eerder eigendom was van Godevaert Smetsers, belendend Henrick Simons, Gijsbrecht van de Pattelaer, de rivier de Dommel, de gemeenschappelijke straat, alles volgens de brief van Boxtel d.d. 2 januari 1461. De H. Geestmeesters verzoeken nu aan schout en schepenen om toestemming dat ze hun vordering op het onderpand mogen verhalen en dat er vonnis wordt afgegeven. Het onderpand is eveneens in Den Bosch afgekondigd. Het bezit mag worden verkocht etc. waarbij de rechten van anderen gerespecteerd moeten worden en is verkocht aan Embrecht Embrechts van de Berselaer voor de betalingsachterstand etc. en de kosten van de procedure. Als de heer van Boxtel ook aanspraken zou hebbem is de koop een *weer* voor zover wij als schepenen daar zeggenschap in hebben. Datum 28 mei 1471, in aanwezigheid van alle schepenen. (attentie jaartal)

160 Lambrecht Dirck Haijwigen heeft zich beklaagd in een volledige schepenbankvergadering over een pacht van 1 mud rogge die 2 jaar achterstallig is, te betalen uit huis, tuin, hofstads en een stuk land gelegen onder Gemonde in de jurisdictie van Boxtel, belendend Marcelis van Lucel, Franck Jan Ruelens, de gemeenschappelijke straat, Jan Lammens. De schout heeft daarop bepaald dat de schepenen vonnis zouden wijzen. De schepenen hebben daarop bepaald dat Lambrecht daarop zijn vordering mag verhalen mits de rechten van anderen worden gerespecteerd. Het bezit is daarna verkocht aan Henrick Henricks van de Laer voor de jaarlijkse pacht van 1 mud rogge met twee jaar achterstand en de kosten van de procedure. De heer van Boxtel houdt daarop eventueel zijn aanspraken en voor zover de schepenen daarin worden gevraagd. Datum de dag na St. Jans dag. (St. Jan Evangelist?)

100 Dirck Janssen (=van Heerbeeck, JT) als rentmeester van de heer van Boxtel heeft zich beklaagd over 2 oude groten chijns die worden geheven uit een perceel te Boxtel onder Tongeren, belendend Jan de Momboir, de gemeijnte van Zelissel, welk erf eerder eigendom was van Godevaert de Metser. Daarvan heeft Emont Dirck Amijs de koop nu verworven. Die heeft het toen weer overgedragen aan Aerden Michiel Aerts en aan Jan Embrechts van de Berselaer als beheerders van de tafel van de H. geest te Boxtel vanwege een achterstallige pacht van een malder rogge. Datum 1469, 1 december. (men heeft de brief eerst laten verjaren voordat er melding wordt gemaakt van het transport).