Notaris-, schepen- en andere akten

56 Mathijs Schuurs en zijn vrouw Allegonda van Helmont, wonende te Ravenstein; Maria van Helmont, geassisteerd door L. Tillemans en Arnoldus van de Steen als haar gekozen mombers; Peter Kokken en zijn vrouw M.A. van Helmont, wonende te Huisseling; Geurt en Arnt van Helmont, meerderjarige jongmans wonende te Deursen; Henrick van Houdt en zijn vrouw Willemina van Helmont, wonende te Deursen; allen broers en zusters van Rudolp van Helmont, theologant, wonende te Huisseling. Rudolp is van plan om werelds priester te worden, maar dan moet hij eigen inkomsten hebben. Hij krijgt van zijn familie een wijdingstitel die jaarlijks 130 gulden opbrengt. Ze stellen hiervoor ter beschikking: een morgen bouwland te Deursen, een zijde weduwe Elemans, andere zijde de theologant, een eind Claas Megens, andere eind Hermanus Elemans. Een morgen daarnaast, een zijde en eind de bovengenoemde morgen, andere zijde en eind Johannes Kopp. Een morgen bouwland genaamd de Rotte te Deursen, een zijde Hermanus van ’t Sand, andere zijde de eigenaars, beide einden Johannes van den Heuvel. Nog 3 morgens aldaar, genaamd als voor, een zijde Peter Kokken, andere zijde H. van Houd, een eind J. van den Heuvel, andere eind Johannes van den Bergh. Nog 2 hont bos te Huisseling, genaamd den Erve Hoff, een zijde R. van Klarenbeek, andere zijde Wouter Kokken, beide einden weduwe van Duren. Een halve morgen weiland te Dennenburg, genaamd Luijsbroek.

10 J. A. Ruijs, medicine doctor en zijn vrouw Maria Demaré, wonende te Ravenstein, geven te kennen dat Andreas van Wielijk, theologant, zoon van Theod. van Wielijk en Mar. Sengers, van plan is om de geestelijke staat als werelds priester te aanvaarden. Daarvoor is een garantie-inkomen van 130 gulden per jaar noodzakelijk, wegens het ontbreken van een kerkelijk inkomen. De comparanten verbinden hun huis en hof te Ravenstein en Huisseling om daaraan zo nodig dat bedrag te verhalen. Na dood van de langstlevende van hen beiden, gaat deze verplichting naar hun erfgenamen.

231 Juffrouw Godefrida Zelants, weduwe van advocaat J. Ploeg, wonende te Ravenstein, verklaart dat haar neef P. I. Jos. van Coolwijk, zoon van Arnold van den Coolwijk en Wilhelmina Zelants, theologie studeert aan de universiteit van Keulen. Om priester te worden gewijd, moet hij een vaste bron van inkomsten hebben. Comparante, geassisteerd door P. Spirinx, borger en inwoner van Ravenstein, geeft hem als wijdingstitel de volgende onroerende goederen: Drie morgen weikamp te Teeffelen, genaamd het Luttelvelt, renderende jaarlijks 80 gulden. Obligatie van 50 gulden ten laste van Peter van Maesaker en zijn vrouw Willemijn van Sommere, van 16-04-1767, renderende 2 gulden. Obligatie van 125 gulden ten laste als voor, van 20-02-1769, renderende 6 gulden 5 stuivers.

496 Als gevolg van de afstand, op 02-05-1793 gedaan door kannunik Eskes in het Kapitel te Rees, worden de onroerende goederen die betrokken waren bij zijn wijdingstitel, weer vrijgegeven.