


Naer gedane parate pandinghvermagh schepen dectate de 8 octobris 1680, presenteert Jan Willems schatbeurder , in naeme vande gemeente des dorp Schaijck te vercoopen alsulcke penen als uitten streep hergecomen van den boedel van Willem Driesen ende bij Dries Willemsen , als erfgenamen van sijne vaeder ende pastorije van Scaijck gelegeteert heft, omme daeraen te verhaelen enen halven stuiver jaerlix in ijder schatting, salve ,dat in cas excutant mettet voorschreven perceel lants niet worden toecomen, mogen sijn wegens nemen op den haert van Willem Driesen oft enige Willems voorschreven, mette costen van reght allet naer verleenden vercoopdagh bij de heer scholtis. Excutanten leggen haer pretensiein, als vooren., cum expensis ende is bij uitbrannender kersse aen deselve verbleven, alsoo dattet vonnis wijsde, bij aldijen binnen behoirlicken tijt niet en wordt verpleght, dat men alsdan sall vortvaeren naer costuijme locaal. Herpen in judico 19 novembris 1680 Getekent Theod: van der Gheest scholtis; Jan van Helmont schepen; Claes Hermens schepen; Th: Baum landschrijver.

Wij Diederick vander Gheest, der rechten licentiaet, scholtis Dirick van Helmondt, Cornelis Peters van Selandt ende vorts wij samentelijck schepenen der dingbanck van Herpen, aan Maesland, land van Ravensteijn doen condt en veugen V: Liefde Sr : P: Paderborn, landschrijver tot Venraij ende rentmeester vande geinserveerde konigklick domeinen, ende den vorts aan V; Lx: Willem Rams, wijncooper tot Wernsem; als man ende momboir van juffer van Holtenpomp, sijnde suster van Jan van Holtendorp, respectivelick voogden en momboirs van de nagelaten kijnderen van juffrouw Alida van de Lockere , genaemt Maes, echtelick verweckt, soo dat den eersamen Jochum de Smitt; tot Duisburg, in qualiteit als schoonsoon ende postisteur van Johanna Kremers weduwe Frederick Hartmans, uit cragt van obligatie mombeerd ende heft hondert gulden in capitale, mitter verloop van dien, a tempore morae, allet ter goeder reekening; mette costen van regt, heft publquelick beslagh gedaan op alsulcke offerten eijsch, ende regten als seigneur Johan van Holtendorp in sijn leven, ende alsna desselfs descendenten op de erfgenamen van Wouter Jacobs alhier sijn hebbende, omme de de voorschreven somme daaraan als voornoemd te verhaelen, is daarmede den verre alreed is vorts gevaeren, dat den dagh van gerichtelicke vercooping bij mij scholtis is geleght op een dingdagh sullende wesen 20 martij eesrstcommende, als wanner u Ed: ende lieden connen compareren ende schutten hunne ofte den onmundigen schard; ende off ijmant alsdan compareert, off niet, sall dan niettemin op versouck van partijen vortgevaeren worden naar costuijme locale; op dat ook nijmant hiervan ignorantie en mag hebben te allogeren; sall dit door den rigterboode van Herpen, ten behoirlicken plaetse gebragt, ende naer dierghelicker requisditie geinsineert worden, mits verwachtende relaes in forma, men sall deser eijst ingelix te doen als versoght wordend.

Andries van de Steen ,richterbode tot Herpen, vernemens Sijmon Cornelissen, Wouter Dappers en Gert Jacobs contra Jan Thomassen Herpen 2 januarij 1685
Naer gedanepandinge. Slijtinge ende uitrickinge, ook verleende en gepubliceerde vercoopdagh, presenteert Andries van der Steen, rigterbode tot Herpen, uit craghte van scubineele voorwaarden de dato 10 julij 1682, sijnde eene publicquen uijtcoop vant sterfhuis van Anneken Wouter Hendricx, publiqulijck voor alle man te vercoopen het pandt vant huijs van Jan Thomassen schrijnwerker uijtgeright, om daaraen te verhaeken, uijt cragt van deselve coopvoorwaarden, eene somme van thien gl 15 st ter goeder rekeninge, cum expensis, facti en faciendis. Excutant Jan Thomassen versoeckt salvis tanne pretentatio nibus expentarum, datmen overde dese dootschulden, bestaande in de doottkist, lijcklinnen etc gelick men in reekening sall bevinden, welcke rekening men ook dickmaels is geschiet volgens beslagh vande richterboode, uijt sall gelicken naar besien.. Waartegens sijn gecompareert de momboirs Sijmon Cornelissen en Wouter Dappers en Gurt Jacobs seggen die Jan Thomassen de voorwaarden sall betaelen, datse haer ook sullen betaelen. Jan Thomassen segt te hebben pretensie van gemaakt dootkist en geleverde licklinnen etc, alsoo dat bij afrekening bevonden wort, op heden van momboirs en schepenen gedaan dat hem nog compt boven de somme van 10 gl 15 st ad 2 gl 10 st van dewelcken men versocht betaeling gelick de momboirs ook belooft hebben te betaelen in ** de huijsvrouwe van Jan Thomassen sig niet ende will expucheren , dat sij geen kennise en hadde, dat sij met participant sou sijn ,van seeker erme zonde *****, istelicken dat aan haar ook is gedefereert worden, gelick schepen present is bekent. En comparant Anneken Jan Thomassen, ende haar informa stipulatie, den solemnelen eedt afgeleght, op heden den 2 januarij 1685.
Decretum: Presente schepenen renvoijeren dese banck tott voll banck. Herpen 2 januari 1685. Getekent; Theodorus van Gheest scholtis; Dirck van Helmomt schepen; Cornelis Peters van Schaix schepen; Th: Baum landschrijver