Notaris-, schepen- en andere akten

129 Voor schepenen zijn de comparanten uit de vorige akte verschenen en verkopen aan Jacob Janssen Decker een klein huisje, met zijn tuin en toebehoren groot ca. 24 roedes, gelegen te St. Michielsgestel, ter plaatse genoemd Nieuw Herlaer, b.p. meester Stans waarvan is afgedeeld, de gemeenschappelijke straat, Aert Janssen Hoefnagels, de erfgenamen van Evert Peters van de Waeter. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen, behalve 7 oortjes per jaar aan de kerk van Gestel, nog 2 pond paijment aan de heer van de Leemputte. Verder moet er overpad worden verleend aan het erf van Stans Stans Molenmaeckers zodat die daar met een kar mest achter in zijn tuin kan komen en achter op de pad te mogen rijden. Actum 2 mei 1661.

128 Wij Aert Jacobs van Groenendael en Wouter Jacobs van Beeck, schepenen verklaren dat voor ons zijn verschenen Stans en Jan, broers en kinderen van wijlen Geraert Ambrosius verwekt bij diens vrouw Catarina Stans, voor henzelf handelend en voor hun minderjarige broer Ambrosius, die nu 23 jaar oud is, verder Aert Willems als man van zijn vrouw Jenneken dochter van genoemde Geraert Ambrosius en Catarina, nog Willem Janssen en Peter Willems als voogden over Jan minderjarige zoon van Jacob Janssen verwekt bij diens vrouw Merijken dochter van Gerrit Ambrosius en Catharina, welke voogden met een schepenbankdecreet van St. Michielsgestel zijn gemachtigd d.d. 2 mei 1661, verkopen aan Stans Stans Molenmaeckers een woonhuis, tuin en boomgaard, groot ca. anderhalf lopenzaad, gelegen te St. Michielsgestel ter plaatse genoemd Nieuw Herlaer, b.p. de gemeenschappelijke straat, Jan Dries Kuijpers, Jacob Jansen Decker, zoals is afgepaald, Aert Janssen Hoefnagels, de erfgenamen van Eevert Peters van de Waeter. De verkopers in hun hoedanigheden beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen, behalve anderhalve stuiver per jaar als gewinchijns aan de heer van Herlaer en Gestel, nog een rente van 25 stuivers per jaar ofwel 16 oude schellingen, verder de burenplichten en de dorpslasten. Actum 2 mei 1661.

127 Wij Willem Adams en Aert Jacobs van Groenendael, schepenen verklaren dat Heijmen Wouters van Es een inwoner van St. Michielsgestel is, die hier een bouwhuis bezit met een tuin en ongeveer 12 lopenzaad land aan elkaar gelegen op de Klockberch. Nog een vierde part in een weiland met het hopveld, genoemd de Klockberchse weijde. Nog het vierde part in het Klockakkerken gelegen in de hoeve van Zegenwerp. Nog een stuk akkerland groot ca. 3 lopenzaad gelegen aan de Volmeir. Al die bezittingen zijn belast met diverse rentes, chijnsen etc. samen ca. 600 gulden kapitaal. Boven die lasten is dat bezit 2000 gulden waard. Verder is hierbij deze Heijmen Wouters gekomen en geeft zijn schoonzoon Joorden Joosten de bevoegdheid om op dat bezit een kapitaal op te nemen van 250 gulden of een vaste rente daarvoor. De gemachtigde moet daarbij alles doen wat het gebruik van de secretarie voorschrijft. De comparant belooft alles na te komen wat door Joorden Joosten hierin zal worden afgesproken. Actum 28 april 1661.

126 Wij Willem Adams en Jan Janssen Spierincks schepenen, verklaren dat voor ons zijn verschenen Jan Wouters van Hal, Gijsbert Peters van de Broeck als man van Maijken Wouters van Hal, Jan Janssen van Berlicum als man van Jenneken Wouters van Hal en Goijaert Goijaerts van de Bichelaer als man van Neelken Wouters van Hal, zijnde allen wettige kinderen Wouter van Hal verwekt bij Margareta Jan Goijaerts, verkopen aan jonker Christoffel de Boecop een stuk akkerland groot ca. 2 lopenzaad, gelegen te St. Michielsgestel ter plaatse genoemd in de Hasenbaert, b.p. het erf van de koper zelf, de kinderen van Thijs Jan Goijaerts, de erfgenamen van Laurens Hendrick Vrancken, de Lockaertse bergen daar, zoals ze dat van wijlen hun vader hebben geerfd en waarvoor hun moeder voor schepenen alhier afstand van haar recht van vruchtgebruik heeft gedaan. De verkopers beloven de verkoop gestand te doen en alle lasten af te handelen. De koper moet wel aan anderen overpad verlenen aan diegenen die er recht op hebben. Actum 1 april 1661.