Notaris-, schepen- en andere akten

354 Ad instantiam van Jan Dirrix en Dielis Dirrix, inwoendere alhier van Uden, declarere wij ondergescrevene schepene, waer ende waeragtig te sijn, dat Hendric Dirrix sig reets voor 30 jare van huijs, buijten slandts, en so men niet beeter weet, sig naer Oostiende heefft begeve, sonder dat men anders weet, waer deselve tans ist, veel min, of denselve annog in t leeve offte overlede is. Attestatum Uden den 14de october 1778.
(getekend) Henricus Daendels, president schepe; Tijs Martinse Pitte, schepe.
(kantlijn) P.M.
De appostil verleent op het request gepresenteert ten fine om geautoriseert te worden om het aendeel van den absente in zeker huijs en land te moge mede vercope op den 19 october 1778 wat als volgt: Fiat publique verkoping en word om reden richterbode van Uden Richelle als curateur over het aendeel van den absenten Hendrik Dirkx aengestelt mits deeze, mit last die geene penningen welke naar gedane rekening voor den ondergeschrevene zullen over bevonde worden, secuur te belegge en de obligatie daar van te brengen onder den zelven, omme ten behoeve van den absenten ten sijnen comptoire vervadt te worden. (getekend) van Bree.

353 Adjunctum sub littera A.

352 Ad instantiam van Jan van der Sandt, en de wedue Dirric Dirrix declarere wij ondergescrevene schepenen van Uden, dat Hendric van Ham en Arien van Dinter in nevensgaend request als momboirs vorgestelt, omme sulx te fungeere, niet alleen capabell, sondre omme alles ten dien te verantwoorde, seer well gegoet sijn. Attestatum Uden ter instatie als boven sub dato den 2de december 1778.
(getekend) Henricus Daendels, president schepe; Anthonij Geurts Verkuijle, schepe.

349 huijsvroue geprovenieert, worden, mits deesen van s’heeren weegen peremptoire geciteert, om op woensdag den 25 deses des naarmiddags ten 2 uuren, met haare noodige bewijsen tot justificatie van haar regt, te compareeren ten huijsen van den rigterboode alhier tot Uden. Als wanneer de preferentie tussen de crediteuren zal worden gereguleert, de voorhande zijnde penningen aan de best geregtigde gedistribueert, en verders gedaan sal worden, soo als nae regten behoort, rigterbode tot Uden zal deese twee agter een volgende zondaege publiceeren, daer van copije affigeere en van sijn exploit relateeren. Uden den 11 november 1767 (was geteekent) A.J. van der Gheest, scholtus.
Volgt het relaes. Ik ondergeschreven heb dit voorschreven op behoorlijken tijdt en plaatze twee naast volgende sondaege gepubliceert ende copije geaffigeert. Uden den 22 november 1767 (was geteekent) A. van den Broek. rigterboode.