Notaris-, schepen- en andere akten

97 Wij Willem Adams en Jan Janssen Spierincks, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen Pauwels Hendricks, Jan Udo Rovers, Jaspaer Elias, Hendrick Driessen en Adriaen Hendrik Scalcks, allen erfgenamen van Mechteld dochter van Hendrick Jan Schalcks en machtigen hierbij Hendrick Hendrick Spierincks ook erfgenaam van genoemde Mechteld om namens hen naar Driel te gaan en daar voor de wethouders jonker Hendrick Lelijon te ontlasten voor diens borgstelling die de jonker daar heeft gedaan ten behoeve van genoemde erfgenamen en hem daarin te vrijwaren. Verder krijgt hij ook de bevoegdheid om Dirck Driessen die in Driel woont als weduwnaar van Mechteld dochter van Hendrick Jan Schalcks te ontheffen vanwege de overeenkomst en belofte die hij met de opdrachtgevers heeft gedaan over de erfenis van zijn overleden vrouw voor een bedrag van 950 gulden. De gemachtigde moet deze Dirck Driessen daarvoor kwijting geven en voor de wethouders verklaren dat zij voor diens belofte daarvoor zijn voldaan en verder niets meer van hem zullen opeisen en hem zullen danken. Verder moet de gemachtigde daarin alles doen wat in de zaak nodig is en alsof de opdrachtgevers daarbij zelf aanwezig zouden zijn geweest. Ze beloven alles na te komen wat hierin door hun gemachtigde zal worden gedaan en hem daarvoor vrijwaren. Actum 26 juli 1660.

70 Voor schepenen verschenen de comparanten uit de vorige akte en machtigen hierbij jonker Peter Ernest de Bruninck en geven hem opdracht om namens hen voor de heer president en schepenen te Breda de persoon te doen arresteren van joffrouw Anna van der Ee en van haar de kapitalen op te eisen van 5050 gulden en van 7290 gulden met de rente ervan, met ook de verdere aanspraken en rechten die de genoemde comparanten hebben verkregen middels een vonnis d.d. 24 januari j.l. De gemachtigde moet tegen deze jofffrouw Anna van der Ee verder procederen met alle dokumenten in de zaak en alle gerechtelijke voorschriften in acht nemen, zowel substantieel als incidenteel. Hij moet ook de eed of eden daarvoor afleggen als dat volgens recht nodig is, alle vonnissen aanhoren, hetzij definitieve of tussentijdse en die ten uitvoer laten brengen. Mag ook andere gemachtigden daarin benoemen, eventueel met joffrouw van der Ee een overeenkomst te maken, geld ontvangen, kwitantie te geven ect. maar moet later wel rekening en verantwoording ervan afleggen. Ze beloven alles na te komen wat hierin door hun gemachtigde zal worden gedaan. Actum als boven.

69 Wij Adriaen Janssen Vercuijlen en Aert Jacobs van Groenendael, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen joffrouw Marie van Erp genaamd Lanckveldt, douargière (=weduwe) van wijlen de heer Robbert de Bever, heer te Milheeze die ook handelt voor jonker Johan van der Schouwt, joffrouw Margarita de Bever als weduwe van jonker Hendrik de Bruninck en voor Franchois Roscam, allen erfgenamen van wijlen jonker Johan Pels, heer te Milheeze, en machtigen hierbij jonker Peter Ernest de Bruninck om namens hen en volgens het vonnis dat is opgelegd door de president en schepenen van de stad Breda op 24 januari 1660, samen met joffrouw Anna van der Ee, voor de heren commissarissen daar te verschijnen, die in dat vonnis zijn benoemd, om samen met haar de kwestie en het geschil op te lossen indien mogelijk en indien niet mogelijk daarin het recht te laten gelden en vonnis te doen wijzen en het ten uitvoer te brengen. Als het nodig is dat proces te *reformeren* (herzien) en het dan te vervolgen. De opdrachtgevers beloven alles na te komen wat hierin door hun gemachtigde zal worden gedaan. Actum 3 maart 1660.

50 Wij, Aert Jacobs van Groenendael en Adriaen Janssen Vercuijlen, schepenen verklaren dat voor ons is verschenen jonker Frederick van Voorst en zijn zuster joffrouw Agnes, beiden kinderen van wijlen heer Hendrick van Voorst verwekt bij wijlen joffrouw Wijtda Cloecke en ze machtigen hierbij Willem Adams presidentschepen van St. Michielsgestel om namens hen voor wethouders van hert dorp Driel aan jonker Hendrick Lelijon het achtste part over te dragen van ca. 11 morgens land, dat ze van hun ouders hebben geerfd, gelegen in twee stukken onder Driel, het ene groot 6 morgens genoemd het Joffrouw Mechelen Hoefken, het andere groot ca. 5 morgens beiden gelegen in de Vliert samen met de dijken die erbij horen. De gemachtigde dient alles daarin te doen wat nodig is. De opdrachtgevers beloven alles na te komen wat daarin door hun gemachtigde zal worden gedaan. Actum 9 oktober 1659.