Ten laste van Willem Peters, te Nijmegen, en ten behoeve van Hendrikus van de Laar, te Boxtel.
Ten laste van Johannes Waltherus van Oers, te Boxtel, en ten behoeve van 1. Lambertus, en 2. Johannes Arnoldus van Esch, beiden te Boxtel, als hoofdelijke schuldeischers.
Ten laste van Petrus van Beers, te Boxtel, en ten behoeve van Marinus Vissers, te Boxtel.
Ten laste van Petrus van Beers, te Boxtel, en ten behoeve van Adrianus Josephus Verheijden, te Boxtel.