Notaris-, schepen- en andere akten

9 De verkoopdag op verzoek van Derck Roeffen in de zaak tegen Jan Derx van Tiel is vastgesteld op 19 augustus 1707.

10 Derck Roeffen heeft beslag gelegd op het huis van Jan Dercks van Tiel te Ravenstein, en moet dat volgens landrecht eerst drie jaar gerechtelijk verhuren voordat hij het mag verkopen. Jan Dercks en zijn vrouw Ijtje Gerrits willen afzien van die wettelijke verhuur om kosten te besparen. Ze verhuren het nu zelf voor drie jaar aan Jacob Demarée, voor 34 gulden per jaar, te betalen aan Derck Roeffen. De verhuurder mag het voorste kamertje aan de linkerkant van de ingang aan de straat voor eigen gebruik houden. In mei 1710 wordt vermeld dat de schuld aan Derck Roeffen (117 gulden en 3 stuivers) is voldaan. Op 10 september 1709 hebben Jan Derx en zijn vrouw Ijtje Gerits, ter voorkoming van evictiekosten, hun huis aan de Landtpoorte te Ravenstein, overgegeven aan Anselm van Dijck, tot voldoening van een obligatie.

11 Everard Lemmens, aanlegger, contra Claes Jan Gijsberts, gedaagde. Aanlegger heeft een stuk grond te Deursen verkocht aan de gedaagde voor 300 gulden. Dat bedrag werd in termijnen betaald, maar er is onenigheid over de betaling. De gedaagde heeft 11 gulden ingehouden van de eerste termijn van 50 gulden, om daarmee een halve ton bier te kopen en de achterstallige ongelden te betalen.

12 Peter Art Schalcken, aanlegger, tegen Jan Otten, verweerder, ontkent dat er een verandering van debiteur is gekomen. Het klopt wel dat Gijs Jan Gijsen de schuld van 12 gulden en 3 stuivers zou willen overnemen. Maar hij komt nu niet opdagen, zodat de schuld bij verweerder blijft.