Notaris-, schepen- en andere akten

189 Catharina van den Hoove, geboortig van Lith en thans wonend te Baal Nassouw [Baarle Nassau], deselve uit kracht van gepresenteerd rekwest opgevolgde appointement en autorisatie van 21 en 22 maart van dit jaar 1774 geassisteerd zijnde met haar toegevoegde curator Hendrik van Maaren, koopman en wonend te Oss en daarbij tot hetgeen navolgend gemachtigd, zoals blijkt bij voorgemelde autorisatie van schepenen te Oss, geregistreerd in register van schepenboek begonnen 26-6-1760 folio 247 verso verklaart te hebben verkocht aan Johanna Govers haar erfportie, haar competerend in de nagelaten goederen van haar moeder zaliger Jenneke Blankers eerder weduwe van Jan Steevens van den Hoove en in huwelijk getreden zijnde met Willem Tabbers, haar gewezen stiefvader in leven commies van den Brabantsen landtol alhier en tot zijn dood, als tezamen staande huwelijk geconquetreerd hebbend, in tocht bezeten, eerstelijk in vierde part in een huis en hof in de Thoorenstraat vanouds genaamd den Roscam, een zijde oost de gemene straat, andere zijde west de stadswal schietend voorwaarts ten noorden van de gemene plaats, tot achterwaarts ten zuiden op de erve Willem van Veggel; idem vierde part in teulland met houtgewas ter plaatse genaamd den Bikkelcamp; idem vierde part van Sint Wilbrordus gewin Chijnsboekje eertijds gekoscht van het Geefhuijs te ’s-Hertogenbosch jaarlijks renderend in 10 gulden 18 stuivers; idem vierde part in alle roerende goederen.

188 Ariaan Poulus van Hoeij verkoopt aan zijn broer Andries Poulus van Hoeij een huis en hof met een zijde de heer Bronkhorst, andere zijde Jan Ariens, een eind Jan van Iperen, ander eind de straat; weiland op den Brand, een zijde Wilhelmus van de Mortel, andere zijde Huijpert Geurt Aarts, een eind [ ], ander eind de steeg.

187 Johannes Te Boekhorst, schoolmeester te Heesch gehuwd met Elisabeth van Roothuijzen, erfgenaam van Gerardus van Roothuijzen verklaart uit handen van Barend Croes, gerechtsbode in kwaliteit voorschreven uit krachte van autorisatie van de collecteur G.I. van Triest van 1-12-1773 geëxecuteerd hebbend de goederen van Cornelis Antonij van Amstel ontvangen te hebben 100 gulden in voldoening van een restant obligatie van 200 gulden voor schepenen alhier gepasseerd 27-9-1755, alsmede nog een som van 12 gulden wegens 3 jaar achterstallige intrest van voorschreven restant kapitaal van 100 gulden.

186 Jan Roeloven voor gerechte helft in na te noemen huis en land; Aart Claas Peters, Tonij Jan Aart Wijnen, Dielis van der Steen gehuwd met Maria Claas Paters, de drie laatstgenoemden ieder voor derde part in de wederhelft van het huis en land verklaren verkocht te hebben aan Poulus Hendrik van Buul een huis en hof aan of bij de Cromstraat met een zijde Willem van de Goor, andere zijde Hendrik Vos, beide einden schietend op de gemene straat, hen aangekomen bij erfenis van de weduwe Wij Aart Wijnen.