Lang geleden waren de blusmiddelen ingeval van brand beperkt. Men had niet meer dan ladders, haken, zeilen en emmertjes water welke van man tot man werden doorgegeven. Voor de komst van de brandspuit was het vuur heer en meester.
De uitvinding door Jan van der Heiden uit Amsterdam van de slangenbrandspuit (1673) staat echter na verloop van tijd aan de basis van de moderne brandbestrijding.
Oss
Eind april 1751 werd Oss getroffen door een brand die tweederde van de stad binnen de omwalling in de as legde. De brandspuiten uit Den Bosch die in de ochtend van de tweede dag van de brand aankwamen hebben nog zeer veel kunnen doen om de brand te blussen. Deze brand verwierf landelijke bekendheid.
Deze grote brand van Oss leidde tot een aantal maatregelen, zoals strenge voorschriften en de aanschaffing van brandhaken (1753), leren emmers (1754) en een brandspuit (1756) en tot de oprichting op 6 juni 1757 van de eerste vorm van georganiseerde brandweer te Oss. In 1784 schafte het gemeentebestuur van Oss een tweede grotere brandspuit aan en liet de oude reviseren. Uiteraard werd hierdoor het brandweerpersoneel uitgebreid.
Een nieuwe brandspuit met zuigslag werd in oktober 1887 aangeschaft met 60 meter aan slangen. Op 7 maart 1889 vond oprichting plaats van de Osse vrijwillige brandweer om de personeelsproblemen op te lossen. Ook ging men door met de aanleg van brandputten om over water te kunnen beschikken. Het ging blijkbaar niet zo goed met de aanwerving van personeel want in 1905 volgde een wederoprichting van de vrijwillige brandweer. In 1907 bestelde het gemeentebestuur een handbrandspuit met paardbespanning bij de firma A. Bikkers en zoon te Rotterdam. De beide oude brandspuiten werden het jaar daarop verkocht.
Van 1757 tot 1768 was de brandweer gehuisvest in de toren van de kerk. In 1768 werd er verhuisd naar het nieuwe gemeentehuis op de Heuvel. Aan de in slechte bouwkundige staat verkerende stalling in het gemeentehuis kwam een eind in 1921, toen men samen met de politie verhuisde naar de Ridderstraat, schuin achter de als gemeentehuis betrokken villa Constance. De brandweer kreeg in de jaren twintig en dertig ook twee dependances ( één aan de Gasstraat en één in de oude B.B.-ruimte aan de Molenstraat).
Na de tweede wereldoorlog verliet de brandweer de Ridderstraat en werd de garage "inclusief woonhuis,werkplaats en tuin" aan de Molenstraat betrokken. Brandwacht A.v.Hoogstraten , tevens belast met het toezicht op en de bewaking van het materieel, verhuisde naar dit woonhuis. De nieuwe kazerne bevatte naast de stalling ook een slangendroogtoren, een slangenwasplaats, een magazijn, een vergaderruimte, toiletten en een wasgelegenheid.
Na ingebruikname van deze kazerne, die tijdelijk zou zijn, werd al spoedig begonnen met overleg over de locatie voor nieuwbouw. Het heeft lang geduurd voordat men tot overeenstemming kon komen. Op 1 september 1972 kon de brandweer de huidige kazerne betrekken, aan de Wethouder Van Eschstraat.
Het boekje "Uit de brand", 225 jaar georganiseerde brandbestrijding in Oss (1757-1982) door J. van Zuijlen en T. Angenent, 98 pag., (Jan Cunencentrum Oss 1983)
website "historie brandweer oss"
Kenmerken
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.
Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.