Notaris-, schepen- en andere akten

1 Akte over de KERK van EMPEL.

2 Akte over het kapittel van OIRSCHOT inzake de verpachting der tienden.

3 Akte m.b.t. het overlijden en de begrafenis van Zijne Hoogheid Prins FREDERIK HENDRIK.

4 Rentmeester ISAAC BATTEM in het kwartier Peelland heeft schriftelijk te kennen geven dat de SG hem volgens een resolutie van 3 december 1650 hebben gelast te ontvangen de inkomsten van de goederen behorende tot het adellijke stift van HOOIDONK en daaruit de tractementen te betalen een de Joffrouwen en Conventualen.
“Dat nu zulcx is dat den hoevenaer oft pachter der hoeve des convents op Hoydonck aen hem rentmr. de pachtinge gerechtelick heeft doen opseggen, mits redenen, soo men seght, dat de huijsingen ende syn woonplaetse binnen opt convent staende, voor desen affgebrant seer geringe is om in te woonen, de landerijen buyten onder den dorpe van BREUGEL gelegen, alwaer den pachter 3 à 400 gulden jaerlycx aen lasten moet betalen, behalven noch tgene tot NEERWETTEN dair onder tconvent mette huysinge ende eenige beemden ende landen gelegen sijn, moet geven, meenende hy rentmr. daerom dat gevoechelicker ende dienstiger waere omme bequame huijsingen opt landt te timmeren ende de oude huijsinge tot stallingen schaepskoyen off desgelycx te gebruycken. Ende alsoo het tijdt is dat de voors. hoeve moet worden verpacht, soo versoeckt hij des raets ordre wat hy in tgene voors. is sal doen.
Waerop is goetgevonden ende verstaen, dat hij rentmr. naerder sal informeren ende berichten, off geen ander plaetse tot wooninge voor den pachter van werden gevonden ende geapproprieert van eenich gedeelte vant convent nu ledich vallende ende soo niet ende dat emmers soude moeten getimmert worden, dat hij daervan een teeckeninge met overslagen van de costen doe maecken ende den raedt laeten toecomen, om daerop gelet ende gedaen te worden soo men sal bestvinden”.