Notaris-, schepen- en andere akten

1 Metje, weduwe Matthijs Vos, geassisteerd door haar zoon Rut Vos, Rut Vos voor zichzelf, en Gertruij Vos, jongedochter, geassisteerd door haar wettige momber Johan Rutten, bekennen op 12-05-1683 400 Caroli guldens schuldig te zijn aan Sophia van Bueren, jongedochter wonende te Ravenstein. Onderpand is het Vissers kempken, groot circa 2 morgen, gelegen te Velp en nog het Helper veldt, groot circa 2 morgen, gelegen te Velp. Borgen zijn Jan Rutten, richterbode te Velp en Jan van Vos, jongman. Geprotocolleerd op 07-10-1698.

2 Jan Hendrix, voor zichzelf als vader en momber van zijn minderjarige kinderen, uit zijn eerste huwelijk met IJken, bekent op 09-07-1693 55 Caroli guldens schuldig te zijn aan Jan van der Linden, koopman te Ravenstein, herkomende van resterende kooppenningen van 50 gulden en enige rente, te betalen aan Jan Thomassen en Sijmon Peters (koopakte van 12-01-1682). Intussen is Jan Hendrix hertrouwd met Cathalijn. Onderpand is hun huis en land, gelegen te Reek in de Helstraat, naast den Richtwegh. Geprotocolleerd op 30-04-1699.

3 Advocaat fiscaal Johan van Willigen, lasthebber van de heer Michiel Jamin, ontvanger te Oijen, vest en draagt op 02-09-1695, op aan N. van Gemert, postmeester te ’s-Hertogenbosch, het gerechte vierde gedeelte en wat de heer Jamin nog meer zou competeren, in twee weikampen te Reek, ten oosten Anthoni van Londen en Peter van Evelij, ten westen Diederick van Holthuijsen en de erfgenamen van wijlen Gijsbert Cornelissen Hagens, ten noorden de gemene breede wettering. Geprotocolleerd op 09-03-1699.

4 Thijs Donckers en zijn vrouw Metje Peters, wonende te Zeeland, vesten op 07-06-1694 aan Jan Gerrits Gheenen en zijn erven, het gerechte vierde gedeelte in een kamp land, groot 2,5 morgen, gelegen te Velp, genaamd de Bembden, een eind op de Sluijsgraaff, andere eind en andere zijde de gemeente, een zijde de erfgenamen Wilhelm Jan Paulussen en meer erven, tot Zeeland toebehorende. De koper was al eigenaar van een vierde gedeelte. De andere helft behoort toe aan de erfgenamen van Cornelis den Cuijper van den Graaff. Geprotocolleerd op 01-06-1699.