Notaris-, schepen- en andere akten

1 'Aen den heere schoutet, schepenen der dingbancke van Vechell'. Claes Roeffen en Willem Gerytssen, voogden over Maria, minderjarige dochter van Geryt Roeffen verklaren dat de minderjarigen een deel bezitten in een 'huijs, hoff, boomgaert', groot ontrent 2 lopnsaten, gelegen zen de Hoogheynden
* e.e.: het goed van Matijs Peters
* voorts: de gemynt van Vechel
Welk deel zij erfden na de dood van hun ouders. De mede-condividenten zijn van plan om hun deel te verkopen, en het zou nadelig zou zijn voor de minderjarige kinderen als zij ook niet hun deel verkopen. Ze vragen hier voor toestemming.
Bijschrift: 'sy hierom gehoort de naeste vrienden hen advies alsdan vortts gedaen te wordden nae behooren'. Actum op 10-10-1660. Getuigen: Melis van Diperbeeck en Lambert van der Straten.

2 Roeff Gerytss en Willem Roeffs, 'als vrienden ende naesten van bloede' van de minderjarige dochter van Geryt Roeffen, verklaren dat het goed beter verkocht kan worden.
Getuigen: Melys Geryts van Dyeperbeeck, Lambert van der Straten, G. Roeffs en Peter van Valderen

3 De schepenen geven toestemming om het deel van de minderjarigen te verkopen.
Getuigen: Melys Geryts van Dyeperbeeck, Lambert van der Straten, G. Roeffs en Peter van Valderen

4 Roeff Gerytssen en Willen Geraertsen als voogden over Mariken minderjarige dochter van Geryt Roeffen, Crina en Mariken haar meerderjarige zussen, en Henrick Sebastiaenssen als man van Danielken, verkopen openbaar 'verscheyde meubelen gestaen ende gelegen in den sterffhuysen van Geryt Roeffen, hennen vader', met de voorwaarden.
Getuigen: Melys Geryts van Dyeperbeeck, Lambert van der Straten, G. Roeffs en Peter van Valderen