Notaris-, schepen- en andere akten

1 Joannes Ermers, priester en pastoor te Velp, maakt zijn testament. Hij heeft daarvoor toestemming van de kerkelijke overheid van 05-02-1667. Hij legateert 25 gulden aan de kerk van Velp; 25 gulden aan de Armen van Velp; 50 gulden aan de huisarmen van Grave en elders; 150 Caroli guldens voor zielmissen. Hij benoemt zijn enige zoon Andreas (of Andries) Ermers tot zijn universele erfgenaam. Die zoon komt uit zijn huwelijk met Gertrudis Clompp. Pas daarna is hij priester gewijd.

2 Cornelia Ermers, jonge en ongetrouwde dochter, legateert 100 gulden aan de kerk te Velp; 25 gulden aan de Armen van Velp; 100 gulden aan de paters Capucijnen om daar missen voor te doen; 50 gulden om daar missen voor te laten doen door eerlijke andere priesters. Ze legateert 25 gulden aan ieder van haar broers Heijmen en Gijsbert. Ze benoemt haar neef Andries Ermerts tot haar universele erfgenaam. Als Andries of zijn kinderen overleden zijn, dan keert de erfenis terug naar de naaste vrienden van haar kant.

3 [geen jaartal]
Erfdeling tussen de 6 kinderen van wijlen Ceel Woters van hun vaderlijk versterf. Het gaat in twee delen: De drie grote kinderen, te weten Wote(r) Celen; Eijnsken Celen, nu getrouwd met Claes Gijsberts en Luijtien Celen, nu getrouwd met Willem Geurts, een deel en de drie kleine kinderen, Jan, Marijke en Hendrick Celen het andere deel. Zij worden geassisteerd door hun mombers Jan Woters en Bastiaen Peters.
Lot 1 is voor de kleine kinderen: Den Olicamp, bezwaard met een schuld van 250 gulden aan de landschrijver Boom; 25 gulden van het andere lot. Lot 2 is voor de groten. Betreft ’t Weeracker? op den Ham, een zijde Peter Gerts, andere zijde Derick Woters. Nog Gert Ebben hof gelegen aan Geurt Aerts berch, met het daarop staande vlas. Nog twee akkers bij de stad, den Alden hof, een zijde Erken Ot Jans, andere zijde … de Smit. Nog een akker op de Lonse Wort, bezwaard met 100 gulden aan Willem Willems; 25 gulden te betalen aan lot 1. Dit laatste lot wordt verder verdeeld: Lot 2a. Den Ham, 2 akkers, is voor Willem Geurts, bezwaard met een schuld van 50 gulden aan Willem Willems. Lot 2b is voor Claes Gijsberts, getrouwd met Eijnsken Celen: het heufke gelegen aan Geurte Berch, bezwaard met 50 gulden aan Willem Willems. Lot 2c is voor Woter Celen: 2 akkers aan de stad, met een akker op de Lonse Wort, met 25 gulden schul aan de kleine kinderen.
Verder worden de goederen van hun bestemoeder Heijlken Wouters verdeeld: De drie kleine kinderen krijgen de hof met schuur en halve berg, zoals het in gebruik is bij Peter Gerts. Nog een halve akker, ’t Winterschot, te Huisseling. De drie grote krijgen: het halve Heilige kempken, twee akkers op de Lonse Wort; nog het “lecht?” gekocht van de pastoor van Dennenburg.

4 Ursula Jacobs, laatst weduwe van Jan van Bommel, wonende te Ravenstein, geassisteerd door haar zoon Jan Martens en Jan Martens voor zichzelf en Elisabeth Janssen de Veer …. Jan Jacobs Martens en zijn vrouw Meije; zich mede sterk makende voor de drie minderjarige kinderen van wijlen Jenneke Martens, verwekt bij Gerrit Jacobs; samen erfgenamen en kinderen van Marten Janssen de Cuijper, vesten aan Marie Florissen van Gemert, weduwe van Willem de Decquere, een jaarlijkse rente van 12 Carolus guldens, (losbaar met 200 guldens). Onderpand zijn zekere twee huizen met hof en erf, beiden te Ravenstein, een in de Nieuwstraet, een zijde erfgenamen weduwe Coolen, andere zijde Reijn Derix, een eind op de statsbleicke, andere eind de straat. Belast met een gulden aan de pastorie van Ravenstein en met 100 gulden aan de katholieke Armen van Ravenstein. Het andere huis staande in de Marcktstraet, een zijde erfgenamen Jan Hendrix van Batenburgh, andere zijde Jan Drissen, een eind de straat, achter ook op de straat, aangekocht door Ursula in haar tweede huwelijk met Jan van Bommel.