Notaris-, schepen- en andere akten

1 Rapport van de Haagse heren belast met de Meierijse zaken op een memorie van H.J. van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh i.v.m. de rechten privileges en costuimen van de stad ’s-Hertogenbosch of van hoogschout en schepenen om zich te laten informeren over de verregaande ongeregeldheden en gewelddadigheden zoel door militairen als enige burgers en de rol van justitie [[3 tekstkolommen].

2 Rapport van de Haagse heren belast met de Meierijse zaken n.a.v. een rekest van de schepenen der vrije heerlijkheid Hilvarenbeek Diesen en Westelbeers in kwartier Oisterwijk i.v.m. de arrestatie door de drosaard van drie joden op 27 november 1786 nl. Philip David, Abraham Jonas en Meyer Salomon tegen wie een proces is begonnen en het resultaat was een opname in een tuchthuis [2 tekstkolommen]

3 Rekest van Maria van der Lee uit Oss in kwartier Maasland vrouw van Nicolaas Despecial alias Claas Daams thans gedetineerde vanwege het hoog officie der stad en meierij voornoemd en met haat de wederzijdse vrienden van haar man inhoudende dat de eerste suppliante het ongeluk heeft gehad, ruim een jaar geleden, te Oss mat Claas te trouwen, die enige tijd daarvoor te Oss was komen wonen en van wiens omstandigheden en geaardheid zij onbewust was; in augustus 1786 had Claas zich naar ’s-Hertogenbosch begeven en is daar gearresteerd en in hechtenis genomen omdat hij schuldig was aan diefstal en huisvredebreuk en Maria verzoekt de Ho: Mo: ‘dat het hen mogte behagen ex plenitudine potestatis de suppliantern te permitteeren en te authoriseren om den meergemelde Nicolaas Despecial alias Claas Daams, in dienst der Oost- of Westindische Maatschappen deezer landen als soldaat te laaten engageeren en dezelve pede ligato na[ar] het schip waarop zoude worden bestemd, te mogen laaten overbrengen, mitsgaders den hoogschout der stad en meierye van ‘sBosch meede geautoriseert, ten dien einde aan de supplianten, den zelven te extradeeren en te laaten volgens en inmiddels den zelve te houden in zyne voorsz. detentie; een kopie wordt gezonden naar genoemde hoogschout.

4 Reactie van de Haagse heren belast met de Meierijse zaken die informatie hadden ontvangen die leidde tot de vaststelling dat enige personen sessie hebbende in de Raad en Leenhof van Brabant honoraire leden geweest zouden zijn van het zgn. patriottisch Vrijkorps in Den Haag gedurende de laatste ‘cabales en troubles’ opgericht hetgeen tot een allerverderfelijkst voorbeeld was voor de ingezetenen van stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch en andere plaatsen binnen de generaliteit, waardoor men werd aangezet tot de onzinnigste ijver voor dat patriottisme, met een uitvoerig relaas over die toestand mbt patriottische genootschappen, vaderlandse sociëteiten en exercitie-genootschappen [3 tekstkolommen]. – zie ook folio 92 met reactie van de heren van de Raad en Leenhof te weten W. van Laar, N.W.Hartman, D.J.Steyn Parvé en L.E. van Eck, folio 100, folio 225, 255 [ruim 5 tekstkolommen], folio 325 [3 tekstkolommen], folio 891, 1039