Notaris-, schepen- en andere akten

1 Rekest van de rentmeesters BATTEM en PIETERSON verklarende dat de ontvanger NAGEL hen heeft doen sommeren ‘met communicatie van executie tot voldoeninge van alsulcke penningen als voor desen bij de conventen van HOIJDONCK ende BIJNDEREN voor haerlieder consumptien by redemptie sijn betaelt, alhoewel de selve conventen bij resolutie van heure Ho: Mo: van 3 december 1650 ende 21 februari 1651 sijn gedissolveert ende de consumptien comen te cesseren ende daerom niet verder behooren betaelt te worden, oock geconsidereert die vant quartier van PEELANDT in haere subdivisie vanden taux van 280.000 gulden over de meijerije deselve cloosters merckelijcken hebben beswaert, daer tegens sij rentmeesters hebben geprotesteert, meenende daerinne oock niet gehouden te zijn, om dat veele goederen contribueren onder de plaetsen daeronder zij gelegen sijn.’.
Men verzoekt daarom de Raad de ontvanger te ordonneren op te houden met zulke bedreigingen te uiten. Het rekest wordt aan Nagel overhandigd die hierop binnen acht dagen kan reageren.

2 Twee adviezen een van de hoogschout BERGAIGNE van 12 december en een ander van ontvanger SCHRIECK van 29 november op het rekest van de inwoners van het gehucht BORKEL en SCHAFT in het kwartier Kempenland van 26 augustus jl.. Men stemt er in toe dat de borgemeesters en schatheffers van beide dorpen hun quotum voortaan rechtstreeks afleveren aan het landskantoor en in deze gescheiden blijven van WESTERHOVEN.

3 Rapport over het onderzoek in de zaak tussen de ingezetenen van het dorpke ESCH contra de ingezetenen van BOXTEL. De stukken zijn bestudeerd door rechtsgeleerden. Slotconclusie is dat de supplianten hun eis en verzoek zoals dat is gedaan in hun rekest wordt ontzegd omdat het strijdig zou zijn met het accoord van 12 april 1556 en de conformatie van 15 juni 1648, waaraan ze zich hebben te houden.

4 Als pachter van een hoeve te AARLE toebehoord hebbende aan het Convent van Binderen wordt genoemd Jan Marcelis ADRIAENS.