Notaris-, schepen- en andere akten

1 Henrick HAGEMANS, Gijsbert AERTS en consorten zijn de pachters van de TIENDEN onder de heerlijkheid HELMOND over het jaar 1658, die verklaren dat voor het doen van de verpachting is gevraagd op te geven met welke lasten de genoemde tienden verpacht zouden moeten worden, waarop geschreven is dat ze op de oude voet betaald zouden worden. De zetters en collecteurs hebben de tienden echter verhoogd in de verponding. Ze verzoeken nu te mogen volstaan met een betaling conform een resolutie van 16 juni 1634. De Raad vindt dat de supplianten zich hebben te gedragen naar de orders van de resolutie van 12 juni jl.

2 De provisors van de tafel van de H.Geest te REUSEL en het dorpsbestuur verklaren in een rekest dat ze alle reden hebben om Willem BORGERS uit hun dorp te laten vertrekken, ook al heeft die daarover geklaagd. Het rekest wordt doorgestuurd naar hoogschout BERGAIGNE.

3 Akte over de collaterale successie op de goederen van de Graaf VAN WARFUSE gelegen onder de meierij van ’s-Hertogenbosch.

4 Rentmeester Johannes PIETERSON verklaart dat hij heeft ontvangen van een subsidie van 6000 gulden, geakkordeerd op 1 september jl., 3000 gulden van rentmeester SCHUIJL uit de opbrengst van de verkochte geestelijke goederen, die daarop nog maar 1411-3-0 betaald heeft. De resterende 1588-17-0 moeten prompt betaald worden, zonder uitstel.