Notaris-, schepen- en andere akten

1 Missive van resident Bilderbeeck geschreven te Keulen op een rekest van de kerkmeesters van de parochiale kerk van Woensel en de kapelmeesters van de kapel onder Acht te kennen gevende dat de kerk en kapel maar weinig inkomsten hebben uit pachten en renten zodat de gebouwen daaruit nauwelijks onderhouden kunnen worden, die bovendien vanwege de langdurige en ‘calamitieuse’ tijden achterstallig zijn zonder dat men betaling ervan heeft kunnen verkrijgen en ze verzoeken executoriaal om de achterstallige pachten en renten alsnog te kunnen invorderen

2 Rekest van de diaconie van de Nederduitse gemeente te ’s-Hertogenbosch die wederom een verzoek indienen dat men bereid zal zijn wederom de verhoging door te voeren van een oort stuiver ten behoeve van de diaconie; akkoord

3 Missive van Hasevoet substituut van Balthasar Repelaer kwartierschout van Peelland i.v.m. een zaak van de president en schepenen van Schijndel vanwege hun ‘injurieuse en scheltagtige woorden’ uitgesproken door substituut secretaris Gerard de Jong en de vorster Rijsselberg [vgl. Rijsterborg] op 25 oktober jl. in een gespannen vierschaar tegenover elkaar; voorts rept hij over de vele klachten van de collecteurs van de verpondingen en gemene middelen in het kwartier Peelland die zich zeer beklaagden ‘dat sij niet anders als de so genaamde permissie Brabantse of Luijxe heele en halve schellingen tot 6 st. 4 penn. den schelling quamen te ontfangen sijnde niet het minste Hollands geld meer onder de ingesetenen en dat sij het selve so genaamde permissiegeld aan ’s lands comptoiren off int geheel niet off immers niet hooger als 6 st. den schelling konden uitgeven’ – verzoekende aan de Raad om voorzieningen te treffen

4 Rekest van de regenten van het kwartier van Kempenland dat door de Raad is besloten voor ontvanger Graswinkel een ordonnantie te slaan van 4587 gl. en 10 st. door de kwartierschout Sweerts en mr. Isaac van de Graaff of hun erfgenamen in het jaar 1698 in drie potten