Notaris-, schepen- en andere akten

1 Hubert Princen, koopman wonende te Herpen met procuratie voor Pieter Hoogenberg, koopman te Amsterdam, machtigt Jan van Wanrooij, procureur in Grave om in te vorderen en behoorlijke kwitantie te ontvangen van de debiteuren van Pieter Hoogenberg te Amsterdam.

2 Anna van Gulick weduwe van Paulus Ponsaar, in leven schepen en commies van konvooien en licenties te Grave, voogdesse over haar minderjarige kinderen, stelt na haar overlijden aan als voogd en momboirs over haar minderjarige kinderen met de namen Hermanus en Pieter Ponsaar, Lodewijk Burgholt, commies van de heren der admiraliteit, wonende te Brielle en Adam Jacob Smit, schepen en raad der stad Nijmegen.

3 Meester David Ragaij en Francoise Maria Cremers, echtelieden wonende te Grave en mede-erfgenamen van wijlen haar vader Herman Cremers machtigen Alexander van Kervel, procureur, om namens de gezamenlijke erfgenamen de nalatenschap af te handelen.

4 Willem Arent de Quaij, domheer van het kapittel van de dom te Utrecht; Adriaan van Schuijlenburg, heer van de Duckenburg als curator van Jan Everhard de Quaij; Petronella Johanna de Quaij; Louis Anthoni van Oijen, kapitein gehuwd met Maria Leopoldina Catharina de Quaij; Johan Ruijl, rentmeester der domeinen, wonende te Grave; Johanna Adriana de Quaij; Catharina Ragaij weduwe van Johan Godefried de Quaij, voogdes van Pieter en Ludolph de Quaij en als gemachtigde van haar meerderjarige kinderen Adrianus en Ludolphina de Quaij, allen enige en universele erfgenamen van Ludolph de Quaij en Hendrina Ingenool, gewezen echtelieden en verklaren overeengekomen te zijn om te machtigen de procureurs Wernardus van Wenssenburg en Pieter Hoijer om hen voor de raad en leenhof van Brabant te vertegenwoordigen.