Notaris-, schepen- en andere akten

1 Adriana van Dockum weduwe Dirk Pampus, wonend te Maren, geassisteerd met Johannes van Heerewaarden, mede wonend te Maren als haar verkoren momboir verhuurt aan Magiel Monfrooij, wonend te Rossum helft van uiterwaard onder Hurwenen voor 4 jaar en jaarlijks 72 gulden.

2 Gijsbert Dirk de Werdt, president; Johannes van Heerewaarden en Johannes van Vugt, leden van gemeentebestuur en schepenen van Maren certificeren bij deze, dat Jan, Adriana, Elisabeth, Johanna en Cornelia van Tiel, in echte verwekt bij Jan Hendriks van Tiel en Meggel Kooijmans en beloven in kwaliteit als opperprovisoiren van de armentafel van de gemeente ingeval de kinderen onverhoopt in staat van armoede mochten raken, zij de ondersteuning op zich zullen nemen.

3 Hermanus Sloth ter eenre en Jan van de Wetering als vader en voogd over zijn kinderen bij wijlen Gijsberdien Sloth ter andere zijde, wonend te Maren verklaren verdeling te zijn aangegaan van twee morgen land onder Maren in de Gorten aan hen in gemeenschap toebehoord hebbend. Aan Hermanus Sloth de morgen in het noorden en aan kinderen van Jan van de Wetering in het zuiden, met dien verstande dat Hermanus Sloth de Gortsche Steeg en togtsloot zal nazien en onderhouden.

4 Maria van Heel weduwe Jan Klaasen, varende op vracht en zich scheep houdende te Maren, geassisteerd met Johannes van Heerewaarden, wonend te Maren als haar verkoren momboir verklaart dat ze voornemens is zich in het huwelijk te begeven met Hendrik Trip en daarom verplicht is aan haar minderjarige zoon in eerder huwelijk bij Jan Klaasen bewijs te doen van zijn vaderlijk versterf; zij verklaart daarom met haar vader Jacobus van Heel en haar overleden mans’ vader, zich noemend Willem van Alphen als haar verkoren voogden over haar minderjarige zoon in deze te zijn overeen gekomen het vaderlijk versterf bij meerderjarigheid van haar zoon zal uitkeren, te weten de helft van een hof of boomgaard te Maren, waarvan de wederhelft toebehoort aan haar zwager Wouter Klaasen; 500 gulden door wijlen haar man uitgeleend aan diens broer Wouter Klaasen en 100 gulden mede door wijlen haar man is uitgeleend aan diens broer Hendricus Klaasen. Mede compareerden Jacobus van Heel, wonend te Druten en Willem van Alphen, wonend te Maren beiden voornoemd dit te zijn overeengekomen met haar.