Notaris-, schepen- en andere akten

1 Inventaris opgemaakt bij Jan van Kuijk weduwnaar van Aeleke Jansen Hanenberg ten behoeve van zijn 2 onmondige kinderen met name Cornelia en Willem, bestaande uit meubilaire goederen.

2 Inventaris opgemaakt bij Maria Roelofs van Erp weduwe van Jan Hendrik Teunisse ten behoeve van haar onmondig kind genaamd Geertruijd, bestaand uit: huis en aangelegen erf genaamd Duureijnt tussen erve van Paulus de Preeker aan ene zijde en de weduwe van Willem Jochems aan andere zijde met aan beide einden een straat; teulland alhier genaamd Het Runsel; meubilaire goederen.

3 Maria Roelofs van Erp weduwe van Jan Hendrik Teunisse geassisteerd met Jan van Kuijk haar tegenwoordige bruidegom als momboir en moeder van haar onmondig kind Geertruijd ter eenre en Cornelis Hendrik Teunisse oom van vaderszijde en Roelof Roelofs van Erp oom van moederszijde van Geertruijd ter andere zijde. Comparant ter eenre blijft de togt bezitten van haar goederen, daar die door lang gebruik in een slechte toestand kunnen komen, is overeengekomen dat na haar dood de som van 25 gulden moet worden betaald aan comparant aan andere zijde.

4 Beatris van den Acker wonende alhier ziekelijk te bedde en Willemina van den Acker haar zus wonend te Dieden, beide hun memorie machtig zijnde, maken een langstlevende testament op. Er is legaat voor de 5 kinderen van Dirk van den Acker hun broer som van 125 gulden. De langstlevende mag doen en laten met alle meubilaire goederen, contant geld en som van 100 gulden ten laste van Johannes Claes Geurts. Langstlevende geniet ook van inkomsten van kapitale som van 600 gulden die zij hebben uitstaan bij Hendrik van den Acker hun broer schoenmakersbaas wonend te Rotterdam. Na beider dood is universeel erfgenaam hun broer Hendrik van den Acker of bij diens overlijden zijn kinderen.