Notaris-, schepen- en andere akten

1 Joannes Ruijs, pastoor tot Loon en rector tot Overlangel en Maria Ruijs, geestelijke dogter, broeder en zuster maken hun testament op. Legaat van een camp land, Asperen Camp, onder Machaeren in Graefschap Megen aan de gemeene naebuuren van Overlangel, verkregen door aankoop van Juffrouwe Riemsdijck. Legaat van een camp lands, genaamd Boonaers Camken en nog een camp, genaamd den Krommen Camp, beide onder Teeffelen, aangekocht van de heer Joannes Franciscus Boonaers. Legaat van een weiland, genaamd den Wiel Camp te Overlangel en van een stuk land, genaamd de Vingeren, afkomstig van Peter Wilm Voss. Tevens een stuk land afkomstig van Cornelis Wilms en Maria Cornelissen te Overlangel. Tevens twee stukken land te Overlangel afkomstig van frater Franciscus Voss en een akker bouwland te Overlangel naast erve Huijbert Voss, afkomstig van Jan Davervelt. Nog een stuk bouwland, genaamd den Uijden aker, afkomstig van Huijbert van Haen en Margriet Goossens. Verder een stuk bouwland te Overlangel naast erf van Huijbert Voss, afkomstig van Hendric en Martijn Derx. Nog een morgen weiland in de Loonser Hoeven tussen erven van Helena Boeracker en het Begeijnen Camken, afkomstig van Jan Wellens en Elijsabet van Hoorn met de last dat aan de kinderen van Jan Wilms de Haen, met name Willem en Beelken 100 gulden wordt betaald als ze mondig zullen zijn. Maria Ruijs legateert een stuk land genaamd de Veering, te Overlangel en afkomstig van Jan Janssen Sonnenbergh en Maria Verbruggen. Verder een stuk land, genaamd de Clever Beembde te Teeffelen tussen de Osse en Teeffelsche Wettering. Na overlijden van broer Joannes krijgt het kind van Wilbert Boudewijns te Megen, waarvan ik peetie ben, 100 gulden. Begunstigden van alle legaten zijn de gemeene naebuuren van Overlangel. Verder testament op langstlevende.

2 Joannes Ruijs, rooms priester, pastoor te Neerloon en rector te Overlangel maakt zijn testament op. De landdeken van St. Tonis, de pastoors van Oploo, Wanroij, Niftric, Herpen, Uden en de pater rector van de Nonnen, de prior, kapelaan Huijsman mogen op de uitvaart komen en krijgen allemaal een dukaat om daarvoor missen te lezen. Hij herroept het vorige testament. Hij legateert aan zijn nicht, suster Maria van Gemert alle gegoten en geslagen zilver. Aan Hendrijn van Gemert zijn beste bed met toebehoren. Aan Willemijn van Gemert een bed met peuleuw, twee kussens en twee dekens. Aan neef Jan van Gemert zijn beste paard en 400 gulden ten laste van Dirc Reijs omdat hij peetoom is van zijn dochter voor een pillegifte en nog 1200 gulden tot laste van Marij Rut Laemers om zijn zoon daarvan te laten studeren. Hij legateert aan zijn drie nichten, Marij, Hendrijn en Willemijn van Gemert ieder 150 gulden. De inboedel moet publiek worden verkocht ten behoeve van de armen. Naast de in het eerdere testament genoemde legaten aan de gemeene naebueren van Overlangel legateert Joannes nog een stuk land te Overlangel aan den Rigtweg, afkomstig van Jan de Haen. Joh. Fr. Cloegh en de licentiant Joan. Cloegh, vader en zoon worden aangesteld als executeurs en krijgen daarvoor 150 gulden. Acte Overlangel, 29-04-1748.

3 Gerard Vermeulen, openbaar notaris en de getuigen Laurens van Duren en Jan van Wel, schepenen van Herpen verklaren op 29-04-1748 dat Joannes Ruijs, pastoor te Neerloon en rector te Overlangel enigzins ziek is, maar goed van verstand. Acte van aperture 19-10-1748. Op verzoek van Jan van Gemert en suster Maria van Gemert hebben de schepenen en landschrijver van de dingbank van Herpen het testament gecontroleerd.

4 Jenneke weduwe Fred. Nass te Neerlangel maakt testament. Ze legateert haar kleding aan haar twee nichten, Joanna Meghel en Ida van der Sand. Ze legateert haar gerede goederen, effecten en verschuldigde pachten aan haar zoon Ott Nass. De helft van de erfenis gaat naar zoon Ott Nass en de andere helft naar haar twee neven en vier nichten uit het huwelijk van Fransis van der Sand en zaliger haar dochter Hendrina. Ravenstein, 08-12-1774.