skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Notaris-, schepen- en andere akten

Index schepenprotocol Veghel (7700.107)

beacon
8  records
 
 
Schepenakte
1 De regenten van Veghel verklaren op verzoek van Johannis Jacop Melis van Santvoort, Johannis van Osch, Lambert Aart van de Ven, Jan Vermeulen, Hendrik Hendrik Peters van Eert, Hendricus Willem Verbruggen, Lambert Adriaan van de Logt, Francis Cornelis de Lorge, en Dirk Tomas van Reysingen, "alle geweest synde inwoonderen alhier en voor het grootste gedeelte nog synde, dat de voornoemde requiranten zoo veel ons bekent zyn ordentlyke lieden en staande alle ter goeder naam en faam, uytgenomen eenige gerugten waar van thans een saek voor de Wel Ed(el) Agtbaare Heere scheepenen der hooftstad S’ Bosch litis predent soude wesen."
Persoon in schepenakte:
Jacop Melis van Santvoort  
Lambert Aart van de Ven  
Hendrik Peters van Eert  
Lambert Adriaan van de Logt  
Francis Cornelis de Lorge  
Dirk Tomas van Reysingen  
Hendricus Willem Verbruggen  
Johannis van Osch  
Jan Vermeulen  
Datering:
17-5-1773
Pagina:
32v
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
107
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
2 De regenten van Veghel verklaren op verzoek van Johannis Jacop Melis van Santvoort, Johannis van Osch, Lambert Aart van de Ven, Jan Vermeulen, Hendrik Hendrik Peters van Eert, Hendricus Willem Verbruggen, Lambert Aert van de Logt, Francis Cornelis de Lorge, en Dirk Tomas van Reysingen, "dat binnen deesen dorpe woonagtig syn Geertruy Hendrikx van de Laarschot en Geerit Colen. Dat wij ondergetekende van deselve Geertruij Hendrikx van de Laarschot en Geerit Colen dikwils hebben hooren spreeken als van persoonen welke van geen goede reputatie, nog ordentlyk gedragh soude syn."
Persoon in schepenakte:
Jacop Melis van Santvoort  
Lambert Aart van de Ven  
Hendrik Peters van Eert  
Lambert Aert van de Logt  
Francis Cornelis de Lorge  
Dirk Tomas van Reysingen  
Geertruy Hendrikx van de Laarschot  
Geertruij Hendrikx van de Laarschot  
Hendricus Willem Verbruggen  
Johannis van Osch  
Jan Vermeulen  
Geerit Colen  
Datering:
21-5-1773
Pagina:
33
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
107
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
3 Voor de schepenen van Veghel verscheen Catharina van de Wyngaart, wonende in Uden, gerechtelijk gedaagd, en Jan Cornelis Blok, "diender en inwoonder alhier", om op verzoek van de heer Benjamin de Jong, wonende te Erp, een verklaring af te leggen. Catharina verklaart "dat na dat door offte van wegen den heere requirant (Benjamin de Jong) de meubilen van Theodorus Hendricks in de neerhuisinge van den casteele genaamt Fritselstyn alhier in de maand juny deeses jaars seventien hondert drientseventigh waren gearresteert, sy comparante, als doen dienstmaagd synde van gemelde Theodorus Henricks en syn huysvrouw, op orders van de haar comparantes meesteresse verscheide der gearresteerde meubilen als servietten, lakens, mitsgaders boeken en een groot gedeelte van de apoteek uijt de voors(creven) woonhuijsinge heefft gehaald, dog dat sij comparante eerst alvorens in substantie aan gemelde haare meesteresse vroeg off sy comparante daar over bevraagt wordende, deswegens geen verklaring soude moeten geven. Dat haar comparantes meesteresse daar op aan haar comparante toevoerde: "Daar sal u niet na gevraagt worden, en is het weg, dan is het weg," en waaromme de comparante dan ook verscheide meubilen als voors(creven) op ordre voornoemt gerustelyk uijt de voors(creven) neerhuysinge heefft gehaald. Voorts verklaarde de comparante wel te weten en gesien te hebben, dat geseide haare meesteresse insgelyks na het voors(creven) arrest verscheide meubilen uyt geseide neerhuysinge heeft gehaalt en verbragt. Wyders verklaarde de comparante dat na dat reets eenige der voors(creven) gehaalde meubilen in de woning van gemelde Theodorus Henricks te Uden waren gebragt, geseide Theodorus Hendricks aan de comparante aldaar heeft aanbevolen om aan syn vrouw te seggen dat sy hem ook een camisool en neusdoek soude senden, die gemelde syne huysvrouw dan ook gelyk sy aan de comparante selffs heefft verhaalt uyt de voors(creven) neerhuysinge gehaald, en aan haar voorn(oemde) man heeft toegesonden.
Vervolg:
En verklaarde den tweeden comparant (Jan Cornelis Blok) dat hy na dat de meubilen van Theodorus Hendricks door den heere requirant (Benjamin de Jong) in de voorn(oemde) neerhuysinge van den casteelen Fritselstyn alhier, in de voors(creven) maand juny 1773 waren gearresteert, eenige tyd over den andersen dag deselve meubilen heeft bewaakt. Dat hy comparant door de huijsvrouw van geseide Theodorus Hendricks verscheide reisen is versogt om als sy in de voors(creven) neerhuysinge kwam, niet scherp te willem sien. Dat hij comparant na dat de huijsvrouw van voors(creven) Hendricks benevens de eerste comparante eenige keeren in voorn(oemde) neerhuysinge als doen waren geweest, hy comparant ook eenige der gearresteerde meubilen heeft gemist, die hij comaprant in ’t begin van syne bewaking hadde gesien in deselve neerhuysinge, en speciaal boeken, potten en flessen van de apoteek. En verklaarde hy comaprant al verders dat hy een spiegel op seker avond in de kamer naast de syde van de Roomse kerk vermissende, syne gedagten liet vallen op de huijsvrouw van voorn(oemde) Theodorus Hendricks den selve avond in de meergemelde neerhuysinge geweest synde. Dat hy comparant in gedagten synde, dat gemelde huysvrouw sig soude bevinden ten huyse van haar mans aangetrouwde oom Johannis Jacobus van Marken alhier, sig dan ook daar na toe heeft begeven. Dat hy comparant aldaar gekomen synde ten selve huyse heeft bevonden de huysvrouw van Theodorus Hendricks voorn(oem)t, by haar hebbende de spiegel in de voors(creven) kamer gehangen hebbende. Dat hy comparant syn misnoegen daar over heeft getoond, en soo veel beweging by haar gemaakt, dat hy comparant heeft gesien dat sy de voors(creven) spiegel in de voors(creven) neerhuisinge eenige weynige dagen daar na des savons wederom heeft gebragt."
Persoon in schepenakte:
Johannis Jacobus van Marken  
Jan Cornelis Blok  
Catharina van de Wyngaart  
Benjamin de Jong  
Theodorus Hendricks  
Theodorus Henricks  
Datering:
22-9-1773
Pagina:
49
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
107
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
4 Voor schepenen van Veghel verscheen Baltus Peters van Buel, ongeveer 54 jaren oud, wonende te Veghel, "staande ter goeder naam en faem", om op verzoek van de heer Anthony Balthasar Gualtherie, erfsecretaris van Son en Breugel, een verklaring af te leggen. Hij verklaart dat hij "tot Breugel voors(creven) geboren synde, van jongs aff tot den ouderdom van circa 40 jaaren altoos binnen Breugel voornoemt heeft gewoont. Dat hy in die tyd noyt anders geweten off gehoort heeft als dat een parceel koeweide genaamt het Catalynenvelt, gelegen tot Breugel voornoemt int Elsent, groot elff loopense, sesenveertig roeden, altoos in vollen eygendom heeft toebehoort aan de Gilde van St. Cataharina binnen Breugel, en dat wylen Aart Donkers ‘tselve velt in gebruyk hadt. Dat hy comparant te Breugel woonende, was tamboer onder de voors(creven) Gilde van St. Catharina, den comparant nu ontrent vierentwintig jaaren geleden als tamboer voors(creven) met eenige dekens en gildebroeders van voors(creven) gilde een gedeelte van het hout int voors(creven) Cathalynen velt meede heeft weesen kappen, en een dag a drie daar na door haar weg gehaald. Dat hy comparant als tamboer wierde gesonden na Aart Donkers voors(creven) om te seggen dat sy aan ’t hout kappen waren, en tegelyk om te vragen off het velt soude affstappen, dan met haar accorderen hetgeene den comparant ook heeft gedaan, waarop door voors(creven) Aart Donkers aan hem comparant wierde geantwoort: "Als de gilde teert, sal ik se komen spreken." Dat als doen met het kappen syn uytgescheyden. Dat Aart Dinkers voors(creven) op den teerdag compareerende en daar seer veel menschen synde, daar van syns wetens niet is gesproken."
Persoon in schepenakte:
Baltus Peters van Buel  
Anthony Balthasar Gualtherie  
Aart Donkers  
Datering:
20-1-1774
Pagina:
61
Soort akte:
Attestatie
Plaats:
Veghel
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
107
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga