Notaris-, schepen- en andere akten

53 Erfdeling tussen de voorkinderen van Claes Segers van Neerlangel, verwekt bij Peterken Gorts van Volckel, met namen Seger Claesen en Lisken Claessen, aan de ene kant en Marij Otten, laatst weduwe Claes Segers, met haar kinderen Peter en Peterke Claesen aan de andere kant, geassisteerd door de ooms Derick Gorts en Jan (Hanricx) van Uden en Jan Otten. Lot 1 is voor Seger en Lijsken Claesen: het land naast het kerkhof, met het huis daarop staande. Nog een hont land op den Spijck naast de Maas; en een derde deel van de Werth daar op staande; nog een stuk land genaamd Hermen Roelffs hoff, gelegen aan en in ’t Conterscherp. Het Loustuck, gelegen te Volkel, groot circa 1,5 hont. Bezwaard met de dijk in ’t Horenwerck en de dijk boven Dries Leunissen ten twee staijen; de dijk tegen Lijs van Toos hoff; de dijk tegen de hof en het huis; nog drie voeten dijk boven Erken Ott Janssen. Lot 2 is voor de weduwe en haar 2 kinderen: het land naast Jan Hermens hoff; 2 hont land op de Spijck en het tweede deel in den Werts; Twee hont land en een halve hont naast de steenoven; Bezwaard met de dijk tegen de hof naast Jan Hermens; 2 roeden beneden den Weill ter Demen; nog een roede bij Peter Willem Otten huis te Demen. De weduwe mag nog 5 essen bomen kappen. Ze krijgt ook de opbrengst van de perenboom, staande op de hoek van het kerkhof naast Gijb Tijssen.

54 …aes ……. en Claes Rutten? borgemeesters van Dennenburg (?) hebben beslag gelegd op
de penningen van Claes Jan Everts, die berusten onder Jen Ratten. Om daaraan de schuld van een stuiver voor onraad over het jaar 1667 te verhalen.

55 Joanna de Vos, laatst weduwe van Gerard van Venraij, wonende te Ravenstein, zwak van lichaam, bevestigt het testament dat ze op 30-04-1765 te Ravenstein maakte. Ze voegt nog wat toe. Het overschot aan penningen dat na haar dood bij Hermen Beijers gevonden zal worden, moet worden besteed aan zielmissen. Hermen hoeft daar echter aan niemand enige verantwoording over af te leggen. Ze legateert aan de weduwe Arnoldus van Venraij haar beste bed, kussen, pulft en twee dekens. Ze legateert aan de kinderen van haar broer Gerard de Voss, 6 zilveren lepels, die ook in het huis van Hermen Beijers liggen.
Op 02-08-1766 verklaren de erfgenamen van wijlen Joanna de Voss, dat ze de lepels ontvangen hebben. Getekend door Cornelis de Vos; Klaas Wuijllemse de Haij; dit handmerk stelt Peterjen Bartelje Oogenhoek; dit handmerk stelt Elijsabet, weduwe Lindert van de Kneip?

56 Sebiel, weduwe van Poulus Henricx van Tiel; Cornelis van Thiel en zijn vrouw Jantie de Haer; Jan Gijben en zijn vrouw Aelle van Tiel en Henrick Janssen voor zichzelf en als lasthebber van zijn vrouw, bekennen voldaan te zijn, van Henrick van Tiel en sijn vrouw, van huis en hof en alle landerijen, die voorschreven Henrick van Tiel van ons heeft gekocht. Alle goederen liggen te Schaijk en Reek. Er is geen volmacht van de vrouw van de broer van Henrick van Tiel; zij woont in Meenen (?).