Notaris-, schepen- en andere akten

13 Hendricus van Munster en zijn vrouw Wilhelmina van den Broek lenen 400 gulden van Gerardus Laurensse en Alegonda van den Broek, waarbij Egbert van den Broek en Joannes van den Broek borg staan. Geprotocolleerd: 17.05.1794.

14 Jan Barten en Christina Boeraeker erkennen dat zij 400 gulden schuldig zijn aan Jan Smits, wonend in Deursen. Borg staan: 1. Helena van Dijck weduwe van Jan Boeraeker, geassisteerd door Hendricus van Mil wonend te Neerloon. 2. Hendricus van Mil, nu als borg. 3.Michiel van Goor. Geprotocolleerd: 02.06.1794. In de kantlijn: Geroyeerd wegens kwitantie d.d. 24.05.1805 door C. van Rooijen, beëdigd klerk.

15 Jan Giliams en Joseph Stocking verklaren als “Choordeekens van de Cleermaekers Gilde tot Grave” dat zij aan Joannes Dobbelaar en Maria van Crugten woonachtig te Grave 300 gulden schuldig zijn. Als onderpand stellen zij 2 akkers onder Velp beschikbaar. Geprotocolleerd: 25.09.1795.

16 Reinder van Dongen en Maria Hendrina Sneijders lenen van de kinderen van Cornelis Marten Vogels 200 gld. Borg staan Peter van der Linden en Joseph Schix. Geprotocolleerd: 06.02.1796.