skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Notaris-, schepen- en andere akten

Index schepenprotocol Stad en Land van Ravenstein (7618.264)

beacon
37  records
 
 
Schepenakte
13 Otto Spierings bekent 200 gulden schuldig te zijn aan Johan de Groot en zijn vrouw Wilhelmina van Uden. Borgen zijn Jacobus Pulsers en Hendrik Spierings.
Persoon in schepenakte:
Johan de Groot  
Wilhelmina van Uden  
Otto Spierings  
Jacobus Pulsers  
Hendrik Spierings  
Datering:
10-02-1791
Pagina:
71-78
Soort akte:
Schuldbekentenis
Plaats:
Zeeland
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
264
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
14 Op verzoek van de executeurs Abel Hanenberg en Adrianus Hanenberg, beiden wonende te Amsterdam wordt een inventaris opgemaakt na het overlijden van Petronella Schutten, overleden te Uden in het logement van Mathias van Hemert. De overledene kwam uit Amsterdam. Er is op 12-03-1782 te Vierlingsbeek een testament gemaakt. Petronella is op de 12e van deze maand te Uden aangekomen en daar op de 13e gestorven. De overledene bezat een sluitmandje met daarin een zilveren beugeltas. In de tas zat een zilveren vingerhoed en naaldenkoker, een kruis, een sleutel, een gouden handring, een rozenkrans en een potlood. In het mandje zat: een zilveren lepel en vork, een zilveren snuifdoos afgezet met parlemoer, een zwarte zijden hoed met een kapje van gaas, een rode grijze rok, een zwarte schoudermantel, een vrouwenbroek, nog een schoudermantel, vier rokken, twee jakken, een witte rok, een wit jak, een borstrok, acht boven- en ondermutsen, twee tafelservetten, drie hemden, een witte zakdoek, 2 paar kousen, 2 bonte zakdoeken, een doosje waarin een diamanten bootje op zwart fluweel is genaaid met daarin een paar diamanten oorbellen, twee gouden armbanden, een diamanten ring in goud gezet met 9 juwelen stenen, een zilveren ring met 5 stenen, twee gouden oorringen, drie zilveren penningen. Verder nog een geldzak met 20 stuks zilver a 1 gulden en 8 stuivers per stuk. Nog een zakje met 177 gouden ducaten. Verder een handschrift door Francis Weseling te Amsterdam gepasseerd op 07-06-1781, waarbij de overledene verklaart een bedrag van 4.450 gulden bij hem gedeponeerd te hebben. De weleerwaarde heer de Graaff, pastoor te Dinther, is ook aanwezig en toont een originele brief opgesteld te Amsterdam op 17-04-1782 door de executeurs, waarin hij gemachtigd wordt om de goederen mee te nemen.
Persoon in schepenakte:
Mathias van Hemert  
Abel Hanenberg  
Adrianus Hanenberg  
Petronella Schutten  
Francis Weseling  
Datering:
20-04-1782
Pagina:
79-102
Soort akte:
Inventaris
Plaats:
Uden
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
264
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
15 Hendrina van Heijst, jongedochter, 19 jaar oud, wonende te Sprang, geeft op verzoek van Jenneke Pauwelse Sloot, huisvrouw van Ambrosius Valck, wonende in de vrijheid Roosendaal, een verklaring. Ze is circa mei 1714 komen wonen in Roosendaal als dienstmaagd bij juffrouw Christina Schuler, weduwe van Cornelis van Dun, president-schepen en ontvanger der vrijheid Roosendaal. In hetzelfde huis woonde ook haar zoon Adrianus van Dun, vaandrig van de stad. Omstreeks september 1714 begint Adrianus haar uit te schelden in het bijzijn van de weduwe en haar dochter Clara van Dun: Ghij verdoemde hecx ende hoer, wat gaet ghij seggen dat mijn mama een dieffhegh is.
Persoon in schepenakte:
Jenneke Pauwelse Sloot  
Hendrina van Heijst  
Cornelis van Dun  
Adrianus van Dun  
Clara van Dun  
Ambrosius Valck  
Christina Schuler  
Datering:
02-10-1715
Pagina:
103-106
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Sprang
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
264
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga
 
 
 
 
 
Schepenakte
16 Jan van Dooren, als man en momber van zijn vrouw Annemiij Jansse de Wit, aan de ene kant en Dierk Janssen de Wit en Jan Claessen van den Anker, beiden bloedmombers van de twee minderjarige kinderen met namen Joannes Jan Dierkx en Francis Jan Dierkx, uit het huwelijk van Jan Jan Dierks en genoemde Annemiij Janssen de Wit, aan de andere kant, maken een akte van eenkindschap; De voorkinderen en de eventuele kinderen die nog geboren worden in dit huwelijk zullen worden beschouwd als kinderen van een vader en een moeder. De voorkinderen krijgen ieder 50 gulden zodra ze volwassen worden, die ze hebben geërfd van wijlen hun oom Aert Jan Dierkx. Als er geen kinderen geboren worden in dit huwelijk, dan erven de voorkinderen alles.
Persoon in schepenakte:
Dierk Janssen de Wit  
Jan Claessen van den Anker  
Joannes Jan Dierkx  
Francis Jan Dierkx  
Jan Jan Dierks  
Aert Jan Dierkx  
Jan van Dooren  
Jansse de Wit  
Janssen de Wit  
Datering:
31-01-1785
Pagina:
107-110
Soort akte:
Eenkindschap
Plaats:
Boekel
Toegangsnummer:
7618
Inventarisnummer:
264
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga