Notaris-, schepen- en andere akten

13 Mariken Janssen, gerechtelijk gearresteerd en gedaagd om ter instantie van Gerrit Jansen Thielemans getuigenissen der waarheid te geven heeft verklaard dat zij toen Marcelis Thielemans zaliger pastoor van Erp in Oosterwijck ziek te bed was liggende op 8 september 1679 gehoord heeft dat Marcelis Thielemans vroeg of al zijn vrienden van Erp in de kamer present waren, waarop werd geantwoord, ja. Waarop Marcelis Thielemans zei in tegenwoordigheid van Jenneken Goiartz Aert Goorts en meer andere dat hij begeerde dat zij zijn goed gelijk deelde. Het welke zij samen stilzwijgend aannamen zonder tegenspreken van iemand.

14 Cornelis van der Haegen, president van deze plaats, en Catharina zijn huisvrouw, gerechtelijk gedaagd om ter instantie van Gerrit Jansen Thielemans getuigenissen der waarheid te geven, hebben verklaard dat in oktober 1679 in hun huis zijn geweest Jenneken Goiartz die toen was gearresteerd, Willemken haar zuster, de heer Johan Leurs pastoor tot Vugt en Magdalena van der Haegen zaliger naast advocaat Coolen welke verklaarden dat in het testament van Marcelis Thielemans enige beurzen waren begrepen die gevorderd zouden moeten worden. De tweede deponent dat zij in het kerkhuis in presentie van Jenneken Goiartz en vrouw Magdalena van der Haegen zaliger is geweest en gehoord had dat tweeduizend gulden onthouden is tot de beursen. Jenneken Goiartz zei die niet te moeten beleggen zolang als zij leefde.

15 Anneken Hendrickx van den Boogaert weduwe van Mighiel Gijsberts heeft machtig gemaakt Herman Bijmans om te verpachten al haar huizen, landerijen, enz. alsmede te verkopen schaarhout en op te doen zeggen obligaties, die op te lichten en wederom te beleggen. Alsmede de restanten van haar borgemeesterboek van het jaar 1675 over Vechel waaraan nog resteert de goederen bij Johan Jacob froom en Helena Toten wegens haar goederen.

16 Peter Willems en Willem Willems, gerechtelijk gearresteerd en gedaagd om ter instantie van Gerrit Jansen Thielemans getuigenissen der waarheid te geven hebben verklaard dat zij ten tijde als Marcelis Thielemans, oud pastoor van Erp, in het klooster van Oosterwijck ziek te bed lag, zij daar op 8 september 1679 gehoord hebben dat Marcelis Thielemans vroeg of al zijn vrienden van Erp daar in de kamer present waren, waarop geantwoord, ja. Marcelis Thielemans zei in tegenwoordigheid van Jenneken Goiartz, Aart Goorts en andere dat hij begeerde dat zij zijn goed gelijk deelde, het welke zij samen stilzwijgend aannamen zonder tegenspraak.