Notaris-, schepen- en andere akten

17 Hoog water
De gouverneur van Den Bosch heeft laten weten dat 'deur het hooge water groote schade gevallen is aen het fort te Engelen, oock eenige bressen gevallen sijn in de walle van de stadt vanden Bosch'. De Raad besluit BILDERBEECK alles te laten inspecteren en verslag te doen

18 Gasthuispastoors
Rentmr. Schuyl heeft geschreven dat hij in opdracht de dato 7 december 1632 zichzelf moest laten informeren over de twee GASTHUISPASTOOR de ene genaamd POORTER scholaster te Oirschot en de andere HABENS en dat beiden hebben gepreekt en missen gelezen in het GROOT GASTHUIS in Den Bosch en daarvan genoten boven enige rentiers van 10 gl. uit panden in de stad nog het vierde deel van zekere tienden gelegen te Oirschot dat hen in het jaar 1629 heeft opgeleverd 81 mud koren 2/3 rogge 1/3 gerst en boekweit. De rentmr. heeft hen toen gelast de inkomsten uit die tienden over 1630, 1631 en 1632. Ze blijken hierin onwillig. Daarom vond men goed dat hij hun 'bij apprehensie op hare persoonen of dat hij andersints soodanige rente van 52 gl. 10 st. als den voornoemden HABENS als rector van het beneficie gefundeert op Ste. Chatarina altaer in St.Janskercke jaerlicx treckt van het dorp ofts gemeente van Mierlo als mede de vruchten die POORTER als scholaster t' Oorschot geniet, om de voorn. t'achterheijt daeraen te verhalen'.
Voorts wordt bericht dat binnen Den Bosch 'ses coralen geweest sijn met twee bassen, twee tenors ende andere musicanten die inde kercken dienden ende apparentelick oock met een goedt onderhoudt versien sijn geweest, dat hij hem daerop mede informere wat sij dae rvoor getrocken hebben ende sulcx mede aenslae'.

19 O.L.V. broederschap
" Schepenen van Den Bosch schrijven den 19 jan. lestleden in faveur vande proosten ende supposten vanden CONFRATERNITEYT VAN ONSER LIEVER VROUWE aldaer, overseijndende heure requeste daer bij sij clagen over den rentmr. SCHUYL dat hij hun affvordert den staet van het incomen der confraterniteyt ofte gilde, sustinerende tselve te sijn tegen het xii articule vande capitulatie, daerbij hun ende andere dergelycke de vrije administratie heurder goederen toegestaen is - versoeckende oversulcx dat den last die den voors. rentmeester Schuyl hier toe mach gegeven sijn worde geretracteert [= herroepen] -
het antwoord: " Wij en willen aen die van de voors. confraterniteyt niet meer als aen andere dergelicke administratie heurder goederen niet ontrecken, maer hebben evenwel van noode goede ende duydelicke kennisse te nemen off onder de selve goederen gheene en sijn die gheestelick sijn ende die mitsdien aen t'landt souden mogen competeren. Begerende oversulcx dat sij niet en willen laten die vande voors. confraterniteyt daer toe te houden ten eijnde sij den ge-eysten staet van heur incomen ende administratie seijnden aen desen raet om geexamineert ende sulcx daer op gedaen te worden dat noch aen hun noch aen t'landt niet te cort en geschiede".

20 Beden
ZUERIUS meldt de SG dat hij op basis van hun resolutie van 2.4.1630 te kennen heeft gegeven om de prelaten en de stad Den Bosch hun contingent in de beden te laten betalen en dat met name de prelaten zich ook bereid toonden dit te doen. Maar de magistraat kan hiertoe niet bewogen worden omdat zij 'met te sware imposten sijn beswaert' en dat die van Bergen op Zoom en Breda zijn vrijgesteld van de 5e penning gedurende het bestand omgeslagen in plaats van de beden. De provincie Holland is ook met zware imposten belast maar weigert niet de beden te betalen. Den Bosch blijft weigeren. Zuerius verzoekt de SG hem goede orders te geven om de magistraat extra te vermanen tot betaling van hun contingent over te gaan.