Notaris-, schepen- en andere akten

17 Schriftelijk bericht en advies van rentmeester PIECK op het rekest van Pieter DE CORT wonende te ANTWERPEN, hem den 30e november 1650 toegezonden, inzake een rente op de domeinen uit goederen in de meierij.

18 Remonstrantie van de regenten van ESCH inzake hun gemeijnt die ze vanaf 1314 in gebruik hebben. Ze dienen een verzoek in tot verhuring van stukken gemeijnt en verkoop ter grootte van 40 bunders en om bevestiging of confirmatie van hun verkrijgbrieven, pootkaart en andere privileges. Ook verzoekt men een bepaald onwettig accoord van 12 april 1556 ongedaan te maken aangegaan tussen die van BOXTEL en Esch.

19 Cornelis PROUNINGH VAN DEVENTER kwartierschout van Peelland vertoont bij rekest dat hij in de kerken wederom heeft laten inbrengen alle KERKELIJKE ORNAMENTEN maar dat er enige niet nodig en dienstig zijn voor de gereformeerde godsdienst. Hij verzoekt om een besluit of deze alsnog mogen worden verkocht, zoals dat in het kwartier van Oisterwijk is gebeurd. De heren die bij de verpachtingen aanwezig zijn zal men hierover informeren en zij zullen verslag uitbrengen.

20 “Is gelesen eenen brieff van den rentmeester SCHUIJL van den 29e january lestleden, dienende op des Raedts aenschrijvens raeckende de verpachtingen te doen van GEESTELIJKE HOEVEN, MOLENS ende LANDEN daerop hij tegemoet waert, dat deselve naer’t sluijten van den vrede bij kennisse van den raden, sijn gecontinueert aen de oude pachters ende dat d’oude conditien ende gewoonlycke usantien onder andere is, dat de verpachter, eer hij sijne hoeven, landen ende molens opnieuw verpacht, gehouden is den ouden pachter sijne huere voor kersmis op te leggen, ’t welck nu niet geschiet sijnde, soo meent hij dat heur deselve noch voor ’t aenstaende jaer souden mogen gelaten worden, sonder prejuditie vant landt, doordien deselve sijn in goeden labeur ende pachtinge”.