Notaris-, schepen- en andere akten

17 Jacob Driessen en zijn vrouw Catharina Jaspers bepalen in hun testament dat de langstlevende van hen universeel erfgenaam wordt. Na beider overlijden gaat de erfenis naar hun kleindochter Mechelin Jansen. Geprotocolleerd: 27.07.1746

18 Hendrik Peters weduwnaar van Marie Henr. Evers en zijn huidige echtgenote Jenneke Cornelisen, weduwe van Peter Christians stellen samen met de twee meerderjarige voordochters Joanna Hendrix en Hendrina Hendrix, geassisteerd door hun oom Hendricus Peters en met instemming van Jan Cornelisen, oom en momboor van de twee voorkinderen van Jenneke, een “acte en regt van een kindt en broederschap op tussen die twee voorkinderen van beijde zijden en tussen die nakinderen uijt desen tegenwoordigen huwelijk geboren.en nogh voort te comen”. Drost Bloemarts geeft als oppermomboor op 29.04.1747 zijn toestemming. Geprotocolleerd: 29.04.1747.

19 Joanna Boeraker weduwe van Jan Vos, geassisteerd door haar momboors Hendrick Boeraker en Hendrik van Boekelt verkoopt met toestemming van de oppermomboor namens de onmondige kinderen aan Bernard Kleinevelt en zijn vrouw Alegonda Vuijst de boerderij genaamd den Couwenbergh grenzend aan de gemeente en het land van ’t Duijfhuijs. Het goed is belast met een jaarlijkse afdracht aan het Comptoir der Domeinen te Grave. Geprotocolleerd: 13.05.1747.

20 Peter Jansen en zijn vrouw Gertruij Siebers uit Velp geven aan de langstlevende van hen het recht om over hun nalatenschap te beschikken. Zij benoemen hun kinderen tot hun erfgenamen en vermelden daarbij speciaal Judith Jansen, het dochtertje van hun overleden zoon Jan Peters, dat in plaats van zijn vader 1/3 deel van de erfenis zal ontvangen. De twee andere kinderen krijgen van de rest een gelijk deel. Geprotocolleerd: 14.05.1747