Notaris-, schepen- en andere akten

17 Wij Joannes Janssen en Hendrik Gerit Emons schepene op Boekel Ressorteerende onder de Dinghbank van Uden Lande van Ravenstein. Doen Conde en tuijgen, dat voor ons in eijgen Persoon is verscheenen Henricus van Straelen, die uijt Craegte van Sijne Commisse voor den Hoogh gebooren Heere Grave van Horn, Heere van Neu Chateau en Vandrmon, ende heeft ons schepenen te kennen gegeven, ende verclaert, dat Hoogh gemelde Heer Grave van Horn, in Eijgendom hebbende, twee daerde Parten in de Groote Corn thiende alhier, de zelve thiende, door den Hooggeleerde Heer Grave van Grobbendonk, in sijn leven gouverneur der Stadt ‘sBosch, in den iaer 1628 op den 5de februarij vor schepene tot ‘sBosch gepasseert met een Erffelijke en Jaerlijxe Chijns van Gulden Jaerlijx te lossen met twee Duijsend gld., den gulden gereekent tot 20 stuivers, ende na deze Rente bij voor afsterven van sijne suster Theresia Maria van Susteren is Competeerdende, geheelijk volgens acte van Procuratie op den Heere Simon van der Putten de Dato den 14de December 1747 voor Notaris passeert tot vantwegen van den Heere Joannes Alexander van Susteren, modirna Heere van S’Gravenwesel om te laeten in sijn Comparants naeme ende Qualiteit te laeten aflossen, ofte afkuijten alsulken Erffelijke Rente van Een Hondert Carolus gld. iaerlijx, verscheinende op Lieve vrouwe Lichtmis den 2de februarij. Soo heeft den Heere Grave van Horn, bij Commissie aen Hendrik van straelen het geseide Capitaal van twee Duijsend glds, aen den arme, en kerke, ende Caplanie van Boekel gelost, gelijk het zelve gelost ende gequeten is, bij de voorschr. arme en kerke op den 16de februarij 1782, als Procuratie hebbende, voor schepen onderteekent, gebleeken. Soo heeft Den tijdelijke Overste van Padua, alhier in Boekel gelege, mit naeme Wilhelmus van Eijnthoven, deese twee Duijsent Carolus gld. opgeschooten, ende getelt op den 16de februarij 1782, ijderen gld. gereekent ad 20 stuijvers Hollants gelt welke Capitalen iaerlijx alhier ter verpensioneere.

18 Aert Wilms en Cornelia Hendrix, weduwe van Cornelis Cornelis Godewarts, thans echtelieden wonende te Zeeland, geassisteerd door Cornelis Godewarts en Aert Jan Aerts, als bloedmombers van de minderjarige dochter uit het eerste huwelijk van Cornelia, met name Anna Maria; maken een akte van eenkindschap; Anna Maria krijgt 330 gulden als ze meerderjarig wordt, als haar vaderlijk erfdeel.

19 Gerard van der Borgt en Helena zijn vrouw bekennen 200 gulden schuldig te zijn aan de eerwaarde heer N. Smits. Aflossing op 11-3-1785 bij Christ van den Elsen, erfgenaam van dhr. Smits.

20 Jan Nelissen en Jennemarij zijn vrouw bekennen 200 gulden schuldig te zijn aan de weduwe Aert Smits. Borgen Antonij Jan Sijmons en Jan Jansse.