Notaris-, schepen- en andere akten

177 Willemke, weduwe van Jan Peter Ariens, wonende te Veghel, oud ongeveer 50 jaren, heeft op verzoek van Daniel Roeloffs van Kilsdonck een verklaring afgelegd. Zij verklaart 'dat Dillis Roeloffs op den elffsten julij 1660 lestleden, wesende sondach in den avondt tot haers diponents huyse was comende, vraechde van waer dat hij quaem, denoterende den voorschreven Dillis van Lijssel, waer op den voorschreven Dillis was seggende ende antwoordende: "Ick come van Dinter." Ende verclaert sij diponente van de voordere mondelinge vraeghstucken geen kennisse te hebben, dan dat haeren knecht met den voorschreven Delijs wt haren huijse is gegaen.'
Getuigen: G. Roeffs en Jan Jan Dierckx, schepenen

178 Hendrick Janssen, dienstknecht van Willemken, weduwe Jan Peter Ariens, wonende te Veghel, oud ongeveer 36 jaren, heeft op verzoek van Daniel Roeloffs van Kilsdonck een verklaring afgelegd. Hij verklaart 'dat Dillis Roeloffs was comende op den elfsten julij lestleden 1660 ten huijse daer hy diponent is wonende, seggende den selven Dillis dat hij van Dinter was comende. Ende hem diponent mede wt den huijs nemende, seggende met hem te willen gaen vrijen, buijtens huijs sijnde verclaert hij diponent dat den voorschreven Dilles tegens hem was seggende: "Daniel Roeloffs is ghequetst," sonder te seggen wie hem dat had gedae. Met hem voorts gaende ten huijse Jan Melissen van Diperbeeck een wenich samen daer still sijnde, verclaert hij diponent voorts gegaen te sijn met den voorschreven Dilles ten huijse van Pauwels Sijmontse. (..) Daer en boven verclaert den selven diponendt alnoch als hij was comende met den voorschreven Dillis ten huijse Pauwel Sijmonts voorschreven dat hij daer was vindende ten selven huijse Jan Melisse van Diperbeeck met Geritien sijn huisvrouw ende oock Willem Pauwelse, den sone van Pauwel Sijmonts en meer anderen.'
Getuigen: G. Roeffs en Jan Jan Dieckx

179 Jenneken, vrouw van Pauwels Sijmontse, wonende te Veghel, oud ongeveer 53 jaren, heeft op verzoek van Daniel Roeloffs van Kilsdonck een verklaring afgelegd. Zij verklaart 'dat Dillis Roeloffs van Lijssel op den elfsten julij lestleden 1660, wesende op eenen sondach, is gecomen op den avondt tot haers diponents huijse, ende heeft in haers diponents huijse brandeweijn laeten haelen miet wetende wie den selven brandewijn heeft gehaelt, dan wel kenniss hebbende dat den brandewijn in haer huijs is gedroncken door Jan Mellijssen van Diperbeeck ende haren man ende Gerrijtie Jan Melyssen. Verclaert sij diponendt wt den monde gehoort te hebben van Aert Goerts dat Dillijs Roeloffs van Lijssel Daniel Roeloffs van Kilsdonck hadde gequetst.'
Getuigen: G. Roeffs en Jan Jan Dierckx, schepenen

180 Jan Melissen van Dieperbeeck, inwoner van Veghel, oud ongeveer 27 jaren, heeft op verzoek van Daniel Roeloffs van Kilsdonck een verklaring afgelegd. Hij verklaart 'dat Dillis Roeloffs van Lijssel op den elffsten julij lestleden, sijnde eenen sonnendach, in de avondt is gecomen met Pauwels Sijmonts ende Handrick Janssen in den voorschreven Pauwels huijs. alwaer hij deponent oock present was. Verclaert hij diponent alfaer gehoort te hebben dat den voorschreven Dillijs oft sijn huijsvrouw onbegrepen was seggende dat hij woorden had gehadt tegens Daniel Roeloffs van Kilsdonck over de thient van een ackerken genoemt het Rontveldeken. Dat den voorschreven Danie was seggende: "Ick moet soo wel hoff hebben als een ander." Seggende den voorschreven Van Lijssel: "Sij moeten mij met geen commen werpen, want sij en moeten mij der niet voor aen sien dat ick souw gaen lopen," ende seggende tegens hem diponent: "Sij sullen 't moeten lieghen, ick sal mij met recht deffenderen."
Getuigen: G. ROeffs en Jan Jan Diercckx