Notaris-, schepen- en andere akten

21 Missive van de Raad van State op een rekest van de magistraat van ’s-Hertogenbosch die verzoeken om de interpretatie van art.6 van het octrooi dat de supplianten is verleend op 3 februari 1741 ivm de aanleg van de straatweg of kasseiweg naar Eindhoven o.a. over de beplanting bij de barrièrehuizen langs de straatweg waarbij wordt genoemd A.W.Tybosch die bij het barrièrehuis te Boxtel enige bomen had weggehaald en nieuwe aangeplant en de discussie ging over de uiteindelijke eigendom van die bomen.

22 Wederom uitvoerig relaas over de rol van de Adriaen Reynder van Boekholt de ijkmeester generaal een van stad en meierij van ’s-Hertogenbosch.

23 Rekest van de regenten van Heeze en Leende en Zes Gehuchten inhoudende dat de Raad van State bij resolutie van 25 september 1765 de regenten der heerlijkheid Heeze hebben gelast de predikant Groen ten spoedigste te voorzien van een andere en bekwame pastorie en wel op een plaats in het dorp waar hij met alle gerustheid kan wonen en zij ter obedientie van die resolutie op 8 april 1767 van de predikant Laats en zijn minderjarige kinderen hadden ingekocht een huis schuur en hof staande in het beste gedeelte nl. de kom van het dorp en voor de opbouw van de pastorie hadden ze 32oo gl. gevraagd om die te mogen opnemen, welke verbouwing op 25 februari 1768 is aanbesteed, maar men constateerde dat men nog 800 gl. te kort kwam waarvoor men vroeg ook die te mogen opnemen ten laste van de gemeente Heeze tegen een intrest van 3%. – zie ook folio 281

24 Rekest van Herman van der Colff burgemeester te Woudrichem administrerend voogd over zijn minderjarige en innocente broer Willem van der Colff inhoudende dat in het jaar 1756 voornoemde minderjarige broer op de collatie van Mr. Hendrik van Breukel [misschien Breugel bedoeld] als toenmalige patroon, na een ingenomen bericht van de ontvanger generaal der beurzen en andere beneficies in stad en meierij was gebeneficeerd met een familiebeurs van 150 gl. uit de fundatie van Hester van Grinsven tbv haar vrienden van vaders en moeders kant, welke Willem van der Colff de nodige approbatie was verleend omdat hij de triviale scholen te ’s-Hertogenbosch bezocht; in 1762 is hij krankzinnig geworden en was opgenomen in het verbeterhuis te ’s-Hertogenbosch. – zie ook folio 296, 322