Notaris-, schepen- en andere akten

21 Piet Hendrik van Doorn, wonende te Berlicum bekent 100 gulden schuldig te zijn aan Hendrica van Weesel, wonend te ’s-Hertogenbosch vanwege de koop van teulland op de Haasakkers; hiervoor stellen zich tot borg Antonij Jan Verhoeven en N.S. Middelkoop, wonend te Berlicum.

22 Geert van den Boom, wonend te Berlicum bekent 380 gulden schuldig te zijn aan Hendrica van Weesel, wonend te ’s-Hertogenbosch vanwege de koop van teulland genaamd Land aan de Schutskooij. Stellen zich tot borgen Johannes en Antonij Willem Wijnen.

23 Petrus Schouten, wonend te Berlicum bekent 570 gulden schuldig te zijn aan Hendrica van Weesel, wonend te ’s-Hertogenbosch vanwege de koop van twee strepen teulland in de Groenstraat en twee strepen genaamd in Gasthuijscampen. Tot borg stellen zich Lambertus Schouten en Geert van Gestel.

24 Adriaan Hendrik van Gerwen, wonend te Berlicum verkoopt drie strepen teulland met houtbos, hem aangekomen bij koop van Dirk Hendrik Bergens voor gerecht Berlicum 5-5-1804, aan Petrus Schouten, wonend te Berlicum.