Notaris-, schepen- en andere akten

21 Burger R van Claarenbeek en P.L Gamel, resp. president en secretaris van het Canton Ravenstein tijdens de periode van de Franse Republiek, verklaren dat zij het “Prothocoll van beswaer”, beginnend met een procuratie van 11 mei 1790 en eindigend met een obligatie van 9 Florial l’an 6 (28 april 1798), nu onder de Bataafse Republiek, overdragen aan de secretaris van het Land van Ravenstein. Geprotocolleerd: 19.04.1800. Opm. Op blz. 030 vermeldt H.J. Kleinefeldt, secretaris, dat het protocolregister “na de Bataafsche organisatie” door hem gecontinueerd wordt.

22 Michiel Schoonwater en zijn vrouw Alleta Suijker verklaren dat zij aan J. van den Elsen en zijn vrouw Helena Jeurgens 200 gulden geleend hebben op onderpand van twee achter zijn huis gelegen akkers aangekocht van de J.D. van der Meulen, rector te Liessel. Geprotocolleerd: 05.05. 1800 H.J. Kleinefeldt, secr. In de marge: Geroyeerd te Ravenstein op 18.08.1810 door B.A. de Jong, secr.

23 Leonardus van Duuren, oud landschrijver heeft in 1790 aan zijn vier dochters, m.n. Anna Catharina van Duuren gehuwd met de heer Van Swedeler; Maria Elisabeth van Duuren; Jacoba Johanna van Duuren gehuwd met Hendricus van Bennekum en Johanna Christina van Duuren verwekt bij zijn laatst overleden vrouw Johanna Clara Hack, beloofd dat hij hun als moeders versterf 14.000 gulden zal uitkeren. Daarvan heeft hij echter slechts 6000 gulden betaald. Nu hij zijn dochter Jacoba Johanna heeft uitgekocht wordt hij door zijn overige drie dochters aangemaand om ook hen het restant uit te betalen. Hij zegt hen daarop alsnog een bedrag toe van 6000 gld. Hij machtigt daarom zijn schoonzoons advocaat Van Kooten en de heer Van Swedeler om namens hem uiterwaard in de Koekamp en halve uiterwaard genaamd de Klijne Worp onder Neerloon te verkopen. Voor het dan nog resterende tekort zal hij een hypothecaire lening sluiten op een weiland en op de hoeve “de Wildernis”, beiden in Reek. Ten slotte schenkt hij hen omdat zij het geld zo lang hebben moeten missen 100 dukaten. Geprotocolleerd op 09.10.1980 door C.H. Werner, beëdigd klerk.

24 Hofraad Leonard van Duuren, wonend op zijn buitenplaats Venenstein te Velp, verklaart dat hij met Mr. Leopold Frans Willem van Cooth en zijn vrouw Wilhelmina van Duuren, wonend te Ravenstein, respectievelijk schoonzoon en dochter een reeds lang openstaande rekening heeft vereffend. Hij was hen sinds zij in 1776 getrouwd zijn rente verschuldigd volgens testament opgemaakt tussen hem en zijn eerste vrouw Joanna Magareta Presper (gepasseerd voor notaris J.P. Ploeg te Ravenstein op 05.11.1754). Daarop brengt hij in mindering de huur over de 14 jaren dat zij in zijn huis in den Cingel in Herpen gewoond hebben (à 70 gld. per jaar). Boven de 2000 gulden als moeders versterf (vastgelegd in eerder vermelde testament) is hij zo blijkt nog 200 gulden schuldig. Als zekerheid voor totale schuld van 2.200 gulden biedt hij zijn buitenplaats Venensteijn met bijgehorende hoeven, landerijen en bossen, almede de boerderij genaamd de Wildernis aan. Geprotocolleerd: 29.10.1800.