Notaris-, schepen- en andere akten

20 Naer gedanen pandinge, slijtinge ende uitricking, ook verleende en gepubliceerde vercoopdagh,mitsgaders daarop gedaenen weet, ende daaraan gevolght, de dato 25 junij deses jaers 1674. Presenteert Mr Jan de Meijer, advocaat, wonende tot tot grave, procureur fiscaal van sijne eerbiedwaardige doorlugt Van Nieuwburgh in qualiteit als procuratie hebbende van den edele Jaques Balliot, majoor der stadt grave, , ende juffrouw Marie Elisabeth van Gheest, echteluiden, deselven mede als moeder en voogdesse van haeren minderjarigen kijnde, in voorigen houwlick verwect bij wijlen den Lt Hendrick Vervoort, publieckelick ende gerichtelick te vercoopen , alsulcken panden, als deselven op de erffenissen, soo gereed als ongereed gepossideert werdende, bij Maria Marcelissen, weduwe zaliger heer Herman Vervoort, onder dat gerichte van Velp ende Reek gelegen, ende bevonden werden, hebben uijtricken laeten, omme daaraen te verhaelen te hebben ende te becomen , pertinenten staet, ende juventaris onder eed gesterckt, bijgevolge werckelijcke uitrichtinge, ende afstands van de naerlatentschap ende goederen, naergelaten bij heer Herman Vervoort vrs ( voorschreven) mitte baeten, vrugten ende proffijten vandien, daervan gecomen, oft die daervan hebben kunnen comen, wedert dat volgende: juffrouw van de Gheest gelangt is uijtten broode van voornoemde haere schoonvader, voor soveel belenkt het vijrts gedeelt ende de portie van vrs ( voorschreven) heer vervoort zaliger: alles cum expensis, facti et faciendis , mits daeraan costen en minderen valt, den voorschreven volmachtiger mit regtswederingen, ten selven eind, op andere plaetsen te doen sal mogen becomen connen. Hermen Persboom, in qualiteit als volmachtiger ( in marge :procuratie gebleken) van Maria Marcelissen,
Blz 70: weduwe saliger Herm: Vervoort , onvermindert alle ende ijder excepten ende beneficien rechtens, ende in specie van inqualificatie, ende van informaliteit , dewelcke men in cas van proces reserveert;

21 (Origineel op vouwlijn los, waardoor enkele letters weggevallen)
Naer gedanen beslagh, behoirlijcke kerkveilinge, mede daarop verleende en gepubliceerde verkoopdagh, in marge: ook gedane weet ende gevolghte erlas, , presenteert scholtis jonker advocaat de Beijharts, publiquelijk voor alle man gerichtelick te vercoopen. Alsulcke cooppenningen als van de vercoghte thienden ter Huisseling en Nederlangel, den erfgenamen van die van Bovinck en die van Gerve sijn competerreerd en berustende onder de weduwe van Derick van Well, om daarinne te verhalen een somme van tachtentig gulden, ter goeder reekeninge, met alle costen, schaede en interesse vandien, als deze voorschreven jonker Bijharts, uit craght van seker accord ende vergelijk, in anno 1642 , 11 meert, tot Oisterwijck getroffen, of met regt heft te pretenderen, overmits mitte costen, alles te doen, ende verders bij executie te vallen, ende is de kerse op jonker Beijharts uitgebrandt, alsoo dattet vonnis wijsde. Vonnis: Bij aldijen dese vercooping binnen behoirlicken tijt niet en wert verplocht , dat alsdan sall vortgevaeren worden naer lants gebruijck.
Actum Herpen den 27 maij 1673. Ondertekening. Godefridus: van Heck ,schepen; Heijmerick Feroost, schepen;Jan van Helmont, schepen;; Peeter Peters schepen;Th: Baum landschrijver
De publicatione in eclesia facta, refert forestarius ( forestarius= boswachter?)

22 Staet en inventaris der goederen bevonden ten huijse van Lijsbeth Mr Bastiaans, toebehorende de juffrouw de Wilde tegenwoordigh buijtens lands sijnde. Eerstelijk is in de kamer bevonden een scherm, vier stoelen, een gare spoeltje, een strijckijseren, een crucifix, drij mengelse glasen, drij boecken, een stoof, twee steene potjens, een halve rist juijn, een tene mand, een potje mit soudt, een ijsere potje, een broodtback, een ijsere chaffoir, eenen schouwbaert, een packske lijnwaet, een roij vriese box, een borstrock, een hoop hullen en prullen, een potje mit suijcker, een cofferen, weijnige aerde schottelkens, een aerde com, een vaetje, coffijpotjen. Aldus geinventariseerd ende gedaen in bijwesen ende op het aangeven van Lijsbeth, weduwe
Mr Bastiaens, en richterbode van Duren, binnen Uden den 20 januari 1707. In fidem C.H van Berchum. Landschrijver.
In een cofferke gehaelt tern huijse van LA Vigne sijn bevonden navolgende goederen:7 witte linnen voorschooten, 14 linnen kappen, 13 soo pelle als linne neersjens, drij packskens slebben, 5 paar linnen ondermouwen, 4 linne mutskens, 4 neusdoeken met eijckelkens, 13 linne neusdoecken, een glase mosterdpot mit een silvere litt, een silvere mostert lepelde, een silvere steeltpaen, een wijquastje. Enige papieren en quitantien sijn nog in dit kiste bevonden. Actum Uden 20 januari 1707 coram heere scholtis et me C.H van Berchum, landschrijver

23 Blad heeft waterschade, nog maar deels leesbaar
Op gestelde verkoopdagh op heden in een…. ( weggevallen)….. van Herpens, stellen aenwesende schepenen …. ( weggevallen)…..dagh, alswanneer eerstelijck alsulcke…. ( weggevallen)….., uit redene als gebleken , gesien de brieven v… juff Casteleijn te Düsseldorp gecoomen, ende getekend den 31 maij 1663, op heden 23 augustus 1663. Ondertekening: * v Weggerten? scholtis ; Lambert Marcelis schepen ;Jan Jans Peters, schepen.