Notaris-, schepen- en andere akten

21 Wilhelmina Schoenmakers, weduwe van Johannes van den Hoogen, zonder beroep te Uden, verkoopt voor f 800,-- aan Adrianus Mathias van Rooij, wijnhandelaar te Uden, wei- en bouwland te Uden. Verkoopster aangekomen bij onderhandse deling van 10.10.1836.

22 Wilhelmina Schoenmakers, weduwe van Johannes van den Hoogen, zonder beroep; Petronella van den Hoogen vrouw van Adrianus Mathias van Rooij; Johannes Hendrikus van den Hoogen, broodbakker en Maria Elisabeth van den Hoogen, vrouw van Jacobus van Welie, winkelier; allen te Uden verkopen voor f 100,-- aan Emericus van den Hoogen, r.k. rustend pastoor te Schaijk, bouwland gelegen te Uden, genaamd Sint Janshof. De eerste verkoopster aangekomen van haar man die het had aangekocht bij akte van transport voor notaris Scheij van 12.4.1820 en de andere comparanten van hun vader zaliger.

23 Door de weleerwaarde heer Emericus van den Hoogen rooms katholiek priester te Schaijk ten behoeve van Wilhelmina Schoenmakers weduwe van Johannes van den Hoogen te Uden.

24 Martinus van den Hintel, winkelier; Geertruida van den Hintel, zonder beroep; beiden te Veghel en Hendrika van den Hintel, dienstmeid te Sint Oedenrode, verklaren f 300,-- schuldig te zijn aan Peter Jacobus de Groot, arbeider te Uden. Zij stellen als borg een huis, erf, moestuin en bouwland gelegen op den Heiakker te Veghel en een perceel weiland te Uden aan den Dijk.