Notaris-, schepen- en andere akten

21 Thonis Marten Meeussen verklaart 400 Carolus gulden ontvangen te hebben van Peterken dochter van Jan Janssen van Meurs voor geleend geld en belooft het geld terug te betalen. Getuigen: Michgiel Donckers en Gerart Gerarts, schepenen.

22 Deze akte is doorgestreept. Jan Dirckx den Jongen verklaart 30 gulden en 30 stuivers ontvangen te hebben van Rut Jan Willems van der Hagen en Thonis Jansen van Meurs 'als provisoren der arme taffele van Vechel' voor geleend geld. Getuigen: Gerart Gerarts en Peter Claessen, schepenen. Bijschrift: Arien Aert Gerlings en Geryt Roeffs, 'armmeesters tot Vechel' verklaren op 28-10-1660 30 gulden en 30 stuivers ontvangen te hebben van Jan Jan Diricx. Getuigen: Arien Aert Geerlinckx en G. Roeffs, schepenen.

23 Melis Gerytssen van Diperbeeck als man van Gertruyt dochter van Geryt Hogers, eerder weduwe van Arien Geryt Ariens verklaart 218 Carolus gulden ontvangen te hebben van Aert Geryt Ariens als man van Geryt en Meryken, minderjarige kinderen van voorschreven Arien Geryt Ariens voor gekocht goed. Van Diperbeeck belooft het bedrag aan de minderjarige kinderen te zullen betalen als zij meerderjarig worden. Getuigen: Gerart Gerarts en Michgiel Donckers, schepenen. Bijschrift: Geryt Ariens verklaart op 26-07-1655 109 Carolus gulden ontvangen te hebben van Melis Geryts van Diperbeeck. Getuige: Geraert Adriaens. Bijschrift: Merijken Adriaens verklaart op 26-02-1666 109 gulden ontvangen te hebben van de erfgenamen van Melis Geryts van Diperbeeck en Gertruyt Geraert Hogers, waarmee deze schuld, die volgt uit het testament gemaakt voor Matijs Peters, is afgelost. Getuigen: Arien Handrickx en Wouter Jacops van der (Sant)vort.

24 Deze akte is doorgestreept. Henric Peter Elias verklaart 125 gulden schuldig te zijn aan Thonis Peter Meusen en zijn consorten en aan Marten Peters en zijn mede-erfgenamen voor gekocht goed. Getuigen: Michiel Donckers, Peter Claessen en Willem Janssen, schepenen.