Notaris-, schepen- en andere akten

21 Gerardus de Jongh, secretaris van en curator in de boedel en nalatenschap van Cornelis Arien Olislagers en Maria Jan Geerit Schepers aangaande de nagelaten kinderen aan schepenen gepresenteerd 27 juni 1721 en hier geregistreerd, verkoopt teulland, groes en kanten met houtwas aan Hoogeijnde genaamd Schuppen Streep naast veldje genaamd Aerts veldje, Dirck van de Stratum en naast het huisje en land gekomen van deze boedel, naast Jan Willem Hendrix aan Jan Daniel Jan Rutten.

22 Isaacq van Ruelo, openbaar notaris en Hendrik van Rotterdam, notaris en procureur verklaren machtig te maken Gijsbertus de Jong erfsecretaris te Schijndel om uit hun naam te verkopen een half huis aan het Heselaar waarvan de wederhelft is competerend Aert Peter Driessen. Comparant bij nadering als naaste van den bloede van de erfgenamen van zijn oom weduwnaar Gerard van Breugel aangekomen tegen Maria Daniels van der Laar. Gelijk zoals in schepenbrieven van 29 november 1720 staat beschreven en welke de erfgenamen op 2 december 1719 hier voor schepenen hebben opgedragen. Present waren Marinus van Wiermont en Mattijs Garsie, borgers alhier.

23 Gijsbertus de Jong erfsecretaris van Schijndel, gemachtigd voor notaris Isaacq van Ruelo te ’s-Hertogenbosch gepasseerd 22 juli 1721, verkoopt een half huis aan het Heselaar waarvan wederhelft de verkrijger bezit, aangekomen bij nadering als naaste van bloede van de erfgenamen van mr. Geevard van Breugel tegen Maria Daniels van de Laar volgens schepenbrieven van ’s-Hertogenbosch 29 november 1720, aan Aert Peter Driessen.

24 Aert Peter Driessen heeft geloofd op verband van half huis en land aan het Heselaar schuldig te wezen aan Peter Dircx van Lieshout, wonende te Veghel honderd gulden en deze te betalen over één jaar met rente.