Notaris-, schepen- en andere akten

25 Tijs Jansen en Jenneke Rutten bekennen 150 gulden schuldig te zijn aan Jasper Hendrix. Onderpand is hun huis en hof, hergekomen van Gerit Rutten; nog ‘t Stepken, hergekomen van Rutt Jansen. Hendrik Galen is borg. Afgelost op 14-02-1734 bij Arnold Gerit Arts, erfgenaam van Jasper Hendrix. Geprotocolleerd op 15-05-1726.

26 Huijbert Jan Claessen en Joanna Jansen bekennen 150 gulden schuldig te zijn aan Hendrick Kleinevelt en Joanna Elisabeth Maes. Onderpand is hun huis en hof, gekocht van Loeff Jan Lamers, staande en gelegen te Schaijk aan de Straet, een zijde kinderen Jan Linders, andere zijde Jan Claes Gijsbers, een eind Henrick Spaengers, andere eind Hendrik Wilms, groot 1,5 morgen. Jan Jan Tonis en Jacob Jan Jacobs zijn borgen. Geprotocolleerd op 15-05-1726.

27 Peter Vissers en zijn vrouw Theodora van de Steen bekennen 100 gulden schuldig te zijn aan Arnoldina van Loon, weduwe de Lauwere. Onderpand is den Rogkampsen acker te Herpen, een zijde Jan van de Steen, andere zijde Gerit Schenk. Nog anderhalve morgen land op de Altfort, naast Wilm van Helmont, Jan Kilsdonk en de gemene straat. Geprotocolleerd op 16-05-1726.

28 Peter Vissers en zijn vrouw Theodora van de Steen bekennen 200 gulden schuldig te zijn aan Arnoldina van Loon, weduwe de Lauwere. Onderpand zijn twee kampjes land, gelegen te Herpen, naast de erfgenamen Wouter Bullekens en Jan Hermens, achter de hof van de comparanten, genaamd d’einden. Geprotocolleerd op 16-05-1726.