Notaris-, schepen- en andere akten

249 Jan Aerts van der Heijden heeft de eed afgelegd als voogd over het minderjarige kind van Willem Peeters van Hees, verwekt bij Maria Reynder Jan Willems. Getuigen: M. Kilsdonck en Dierck van Tillaer, schepenen, mij present G. de Jong, secretaris.

250 ‘Interrogatorien om ter instantie van wel Edele Gestrenge Balthasar Repelaar, hooftschouth deses quartiers van Peelant onder solemnelen ede te verhooren de persoonen hier neffens gementioneert en gerigtelyk geciteert. 1. Eerstelijck te vragen haer deponenten ouderdom? 1. Jan Aert Donckers, out ontrent 47 jaren; 2. Antonij van Geelkercken, out ontrent 33 jaren; 3. Claas Donckers, out ontrent 35 jaeren; 4. Lambert Donckarts, out ontrent 28 jaren; 5. Antonij Baackermans, out ontrent 20 jaren; 6. Dirck van den Tillaar, out ontrent 40 jaren; 7. Bastiaen van der Werck, out ontrent 33 jaren; 8. Adriaen Jan Arien Goossens, out ontrent 48 jaren; 9. Daniel van Kilsdonck, out ontrent 61 jaren; 10. Hendrick van de Boogert, out ontrent 25 jaren. 2. Off zy deponenten op den 27 deses niet zijn geweest ten huijse van Dirck van den Tillaar, herrebergier alhier? Den 1, 2, 3, 4, 6, ende 7 deponenten verclaren als in den text. 3. Off aldaer niet mede present ware Seigneur Antonij Schulfers, Antonij Spierincx, Adriaen Coijmans en Marten van Dooren, welcke laatste regeerende schepen alhier is? Dezelve deponenten verclaren als in den text. 4. Off zij niet gesien hebben dat den gemelde Schulfers van de opcamer aff quam en in de ceucken wesende, aenstonts questie was maackende tegens gemelte Antonij Spierincx, jaa, soodanig dat hij Spierincx uitmaakte voor schelm, schurck, hontsvot ende andere scheltwoorden meer? Den 2 en 4 deponent verclaren als in de articul staat. 5. off zij den gemelten Marten van Dooren, schepen, daerop niet hebben hooren seggen: “Schulfers, waerom maekt gij dien man uijt. Gij en hebt immers geen redenen, en laat den man gaan, want hij is droncken.” Ende oft zij Schulfers op die goede vermaninge van den selven van Doorn niet hebben hooren seggen: “Neemt gij het daar dan voor op?” en meteen als knorrende niet gesien hebben dat den selven Schulfers op hem van Doorn aenviel en hem sloeg?

251 ‘Tauxatie van goederen die Jan Reijnders verplaatst binnen desen dorpe van Veghel op den 14 april 1718 aen syne erffgenamen bij collaterale successie achtergelaten heeft als volgt’. Het 1/3 deel in ‘huijs, hoff en aengelegen land, groot ontrent vier loopens alhier onder Veghel genaemt den Biese’ e.z.: Huijbert Goossens, a.z.: Dielis Claassen. Het goed is belast met 1/3 van jaarlijks 16 gulden ‘aen den block in de Hintemerstraat’, getaxeerd op 50 gulden. Het 1/3 deel in partije teulants ter plaatse voorschreven genaemt Dingens lant, groot ontrent int geheel 2 ½ loopens’, e.z.: Bastiaen Aerien Goorts, a.z.: Hendrick Dictussen cum suis. Dit goed is belast met 1/3 deel van ‘pagt van ses vaten rogge aen rentmeester Teijjnagel en nog 1/3 in grontchijns domine de Helmont’. Getaxeerd op 6 gulden. Het 1/3 deel in ‘partije teulants genaemt het Hoog ter plaatse voorschreven, groot ontrent twee loopense’, e.z.: Willem Panhuijsen, a.z.: Dirck Tijssen cum suis. Dit goed is belast met 1/3 deel in ‘rogpagt van ses vaten rogge jaarlijx aen rentmeester Teijnagel’. Getaxeerd op 4 gulden. Ook het 1/3 deel in ‘acker teulants alhier aen den Berg, groot ontrent 1 loopens, 30 roijen’, e.z.: Bastiaen Adriaen Goorts, a.z.: Jan Baltussen cum suis. Getaxeerd voor dit deel op 10 gulden. Het 1/3 deel in ‘partije teulants genaemt het Aabroeck, groot ontrent derde part een kar hoijgewas, hoijend en jaarlijx rijdend met Dirck van Tillaer, Ariaen Rijkers en andere. Is boven den grontchijns getauxeert op’ 30 gulden. Getuigen: M. Kilsdonck, Hendrick Janssen van Eerdt en Dierck van Tillaer, schepenen, mij present G. de Jong, secretaris.

252 [VERVOLG AKTE] Dit lot moet aan ‘haere voorschreven moeder’ elk jaar op Kerstmis 12 gulden betalen, ‘exempt de vijftigh rijsbossen en de karre peelturf’. Moeder mag, indien ze meer nodig heeft 12 gulden met 2 gulden per jaar verhogen. Ook mag ze goederen verkopen om daarmee schulden, ‘nu in wesen sijnde’, te betalen, ‘mitsgaders soodanigen uijtsetsel aen onnosel kindt en Ruth als haere broeders en susters hebben genooten’. Getuigen: M. Kilsdonck, Hendrick Jan Tunis van Eerdt en Marten Lamberts van Dooren, schepenen, M. Niekens secretaris.