Notaris-, schepen- en andere akten

5 Akte over het KERKJE op de PETTELAARSCHANS.

6 THIJS PEETERS is pachter van de de hoeve genaamd ‘de VERDONCXE HOEVE’ onder de heerlijkheid HEESWIJK gelegen, verklarende dat zijn schuren vol lagen met koren en hooi, maar op 10 september 1652 door een groot onweer met donder en bliksem tot op de grond is afgebrand en de oogst volledig verloren is gegaan, zodat hij de vijf mud rogge die aan rentmeester SCHUIJL gegeven zouden noeten worden, niet meer heeft. Hij verzoekt of vanwege dit ongeluk hem twee of drie jaren pacht kwijtgescholden kunnen worden. Men gaat niet op dit verzoek in.
CORNELIS CORSTIAENS uit de heerlijkheid ALEM verklaart dat hij van rentmeester Schuijl drie percelen land gehuurd heeft voor 182 of 183 gulden voor het jaar 1652. Door de overvloed aan water in dat jaar is een groot deel van de oogst verloren gegaan en ten enen male is verdronken. Hij verzoekt om remissie van de pacht.

7 Jan Aerts BERWAERTS burger te GRAVE meldt in een rekest dat het nagelaten weeskind van wijlen Claes GIJSBRECHTS, waar hij voogd van is, een zeker huis bezit omtrent de WATERPOORT genaamd de MORIAEN, welk huis constant is belast geweest met inkwartieringen van verscheiden officieren, ruiters en soldaten en bovendien is de eigenaar belast met het onderhoud van een stadsgoot. Hij dient een verzoek in het huis te vrijwaren van inlogeringen van krijgsvolk. Hij moet dit probleem voorleggen aan de Haagse heren die de Meierijse zaken behartigen.

8 Rekest van Dirck JACOBS schepen te LITH die in juni 1652 om kwijtschelding heeft verzocht van de pacht van enige pastorielanden.