Notaris-, schepen- en andere akten

725 Arnoldus Jan Vissers, weduwnaar van Anna Maria Tomas van der Weijst, en Petronella Arien Rijkers, echtelieden aan de ene kant, en Tomas Arts van der Weijst en Hendrik JanVissers, als bloedmombers van de twee onmondige kinderen van voorschreven Arnoldus Jan Vissers, in zijn eerste huwelijk verwekt bij wijlen Anna Maria van der Weijst aan de andere kant; maken een akte van eenkindschap; Tevens verschenen Tomas Arts van der Weijst en Johanna Willems, echtelieden en de ouders van de overleden Anna Maria Tomas van der Weijst en dus grootouders van de onmondige kinderen. Ze gaan er mee akkoord dat hun nalatenschap zal worden ingebracht in de boedel van de huidige echtelieden, de vader en de stiefmoeder van de kinderen. Ook was aanwezig Jan Vissers, weduwnaar van Petronella Aard Hessen, in leven vader en moeder van Arnoldus Jan Vissers, en die gaat er mee akkoord dat zijn nalatenschap in de algemene boedel wordt ingebracht. De voorkinderen krijgen, zodra ze volwassen worden, een bedrag van ieder 150 gulden, als hun moederlijk erfdeel. Verder delen ze gelijk met eventuele kinderen uit het huidige huwelijk. Als er geen nieuwe kinderen worden geboren, dan erven de voorkinderen alles.

726 Johanna weduwe van Johannes Rijkers, wonende te Boekel, geassisteerd door Doris Wouter van der Burgt, mede wonend te Boekel, bekent 50 gulden schuldig te zijn aan de Latijnse school te Ravenstein. Onderpand is haar huis en hof, gelegen aan de Bovenste Huize te Boekel. Borgen Tijs Wouters van der Burgt, Johannes Dijsselbloem en Ariaan van der Heijde.