Notaris-, schepen- en andere akten

9 Missive van de Raad van Brabant op een rekest van de hoogschout en de magistraat van de stad ’s-Hertogenbosch aangevende dat sedert ruim 10 jaren steeds vaker wordt ingebroken en diefstallen worden gepleegd en dat de huizen meestal van achteruit worden beklommen en binnengedrongen en de dieven bij laag water via de waterkanten van de Dieze hun slag slaan, te meer omdat daar geen nachtroepers en patrouilles te vinden zijn; er wordt een premie uitgeloofd voor de aanbrenger van dieven zodat de daders in handen van de justitie geraken en de aanbrenger, een medeplichtige, kan rekenen op een akte van impuniteit [met details].

10 Rekest van Arnoldus Verheyen rentmeester van Zijne Hoogheid de Prins Luois Otto van Salm Heer der grondheerlijkheid Loon op Zand bestaande uit de zgn. parochie en verscheiden gehuchten genaamd Kaatsheuvel en Loonsedijk zijnde het eerste een uur en het tweede 1 ½ uur van de parochie verwijderd, dat in de parochie van Loon geen gereformeerde leden gevonden worden die tot schepen kunnen worden aangesteld, maar wel in Kaatsheuvel en voornamelijk Loonsedijk vanouds 2 of 3 roomse ingezetenen in de parochie Loon woonachtig, van tijd tot tijd als schepenen zijn aangesteld tot aan rond 1730, die dicht bij de secretarie woonden en zodoende meer diensten konden bewijzen dat die van Kaatsheuvel of Loonsedijk; de suppliant was sinds enige jaren in Loon op Zand komen wonen en onderricht was dat alleen gereformeerden, waarvan er een te Kaatsheuvel en de overigen op de Loonsedijk woonden tot schepen waren aangesteld maar wel een uur tot 1 ½ uur ver weg woonden, waarover veel klachten waren gerezen, vandaar dat hij aan de Ho: Mo: permissie heeft gevraagd om 2 of 3 van de onpartijdige en geschikte roomsgezinden uit de parochie van Loon en de overigen van de gereformeerde religie op Kaatsheuvel en Loonsedijk woonachtig tot schepenen van Loon te mogen aangesteld en zulks bij provisie en ter tijd toe zoals bij haar Ho: Mo: zal worden goedgevonden ; een kopie wordt gestuurd naar de kwartierschout van Ositerwijk.- zie ook 286 [waar Arnoldus Verheyen wordt omschreven als Arnoldus Verhagen]

11 Rekest van Petrus Bogaarts rooms pastoor te Sint Oedenrode in kwartier Peelland inhoudende dat het district van St.Oedenrode dusdanig uitgestrekt is dat de gehuchten die daar onder vallen een uur tot 1 ½ uur en sommige zelfs 2 uren van het centrum af wonen, om welke redenen, behalve de ordinaris school tot lering van de jeugd in lezen en schrijven, nog drie andere scholen en schoolmeesters sedert enige tijd geleden aldaar opgericht en aangesteld zijn; dat de suppliant als rooms pastoor met een kapelaan zijn functies moetende waarnemen en die gemeente in zulk een uitgestrektheid bedienen, tot zijn leedwezen heeft geconstateerd dat zulks voor hem op dit moment bijna ondoenlijk is veroorzaakt door zijn tere en ziekelijke gesteldheid van de suppliant, zoals blijkt uit de attestatie van de medicine doctor van Sint Oedenrode, aan het rekest toegevoegd en verzoekt of de Ho: Mo: kunnen instemmen met het aanstellen van een tweede kapelaan; een kopie hiervan zal gezonden worden aan de kwartierschout van Peelland ter advisering aan de Staten Generaal.

12 Missive van W. van Haren kwartierschout van kwartier Peelland geschreven te Brussel op de 25e op het rekest van P.Bogaarts rooms pastoor, Cornelis van de Laar en Pieter van Erp kerkmeesters van de roomse kerk te Sint Oedenrode, inhoudende dat aan het roomse kerkenhuis aldaar, van de tijd af dat die gebouwd is, er aangezet is een klein gebouw tot bewaring van derzelver meubelen en dat tussen die twee gebouwen een goot lag om de wateren te lozen, vanaf het dak van het grote en kleine gebouw en dat die goot, van hout zijnde, nooit dicht of zonder lekkage was, vermits het water zowel van de kant van de muur als van het dak van het kleine gebouw, dat met stro was gedekt, onder en bezijden de goot introk en zodoende schade is ontstaan en de werkbazen hebben gezegd dat er geen andere middel was dan het leggen van een loden goot van de ene kant vast tegen de muur gemaakt en van de andere kant met 3 à 4 rijen pannen in desselfs begin overdekt; dat ook een zekere schilderij van het altaar van genoemde kerk. oud en versleten zijnde, daar was uitgenomen en dat ze dat graag zouden willen vernieuwen om het weer in de kerk te kunnen terugbrengen, verzoekende om het voorgestelde te mogen realiseren; akkoord verklaard.