Notaris-, schepen- en andere akten

9 Joseph Verstegen, landbouwer te Zeeland en de verdere kinderen van wijlen Hermanus Verstegen, verklaren het bedrag van de openbare verkoop, akte 55 van 07.02.1839, ontvangen te hebben.

10 Allegonda van de Weem weduwe van Jan Verbruggen, boerin te Mill, verklaart het bedrag van de openbare verkoop, akte 86 van 11.04.1839, ontvangen te hebben.

11 Antoon Verbruggen, schoenmaker; Maria Verbruggen weduwe van Hermanus Jans Hermans; Maria Verbruggen gehuwd met Theodorus Tijssen, schoenmaker; Allegonda van de Weem, weduwe van Jan Verbruggen; de drie kinderen van wijlen Jan Verbruggen, met name Hermanus en Martinus Verbruggen; beiden landbouwers en Wilhelmina Verbruggen, naaister; allen te Mill; gaan over tot scheiding en deling van de onroerende goederen, welke eerste drie comparanten samen met wijlen Jan Verbruggen, sinds ruim 11 jaar samen bezaten. Het betreft een huis met erf, bouwland, weiland en tuin in de Krommendijk te Mill, bouwland in Nieuwse Veld en roerende goederen. Hen aangekomen bij akte van scheiding en deling voor notaris Verstraaten van 26.08.1828.

12 Jacobus Hanenberg, arbeider te St. Hubert, verklaart f 200,-- schuldig te zijn aan Egbertus Reijnen, winkelier te Wanroij. Als borg stelt hij een huis en aangelegen heide te St. Hubert.